Luchtvervuiling en fijnstof

Wegverkeer, huishoudens, de industrie en de landbouw zijn in ons land de belangrijkste bronnen van luchtvervuiling. Van alle ongezonde deeltjes in de lucht veroorzaken fijnstof, stikstofdioxide (NO2) en ozon (zomersmog) de meeste schade aan de gezondheid.

Als je vlakbij een drukke weg woont, werkt of naar school gaat word je blootgesteld aan relatief veel luchtverontreiniging. Problemen aan de luchtwegen en het hart- en vaatstelsel kunnen door luchtvervuiling ontstaan, of erger worden. Vooral bij mensen met een kwetsbare gezondheid, kinderen en ouderen. Op zomerse dagen kan smog door ozon ook zorgen voor duizeligheid en hoofdpijn.

Tips tegen luchtvervuiling

  1. 01

    Laat de auto wat vaker staan en neem voor korte ritten de fiets en voor langere de trein. Zo verminder je de uitstoot van ongezonde stoffen. Kijk op Fiets, OV of auto.

  2. 02

    Bij houtstook komt er veel fijnstof in de lucht. De vuurkorf en open haard zijn de grootste boosdoeners: laat die dus uit.

  3. 03

    Voor je gezondheid is het beter om niet langs drukke wegen te fietsen of te lopen. Kies liever een route met minder verkeer of ga op een minder druk tijdstip.

  4. 04

    Vind meer tips voor auto rijden, hout stoken, verf en vuurwerk.

Schadelijke stoffen: fijnstof, stikstofoxiden en ozon

Van alle vormen van luchtvervuiling is fijnstof het meest schadelijk voor de gezondheid. Fijnstof is een verzamelnaam voor hele kleine deeltjes die in de lucht zweven. De deeltjes kun je met het blote oog niet zien: ze zijn maar een paar micrometer groot (1 micrometer is duizend keer kleiner dan een millimeter). Deeltjes die kleiner zijn dan 10 micrometer worden PM10 genoemd, deeltjes die kleiner zijn dan 2,5 micrometer heten PM2,5 en nog kleinere deeltjes noemen we ultrafijnstof. Hoe kleiner de deeltjes, hoe schadelijker ze zijn. Ze kunnen dan namelijk dieper in de longen doordringen.

Niet alle soorten fijnstof zijn even schadelijk. Er zit van nature al fijnstof in de lucht, bijvoorbeeld opwaaiend stof en zeezout. Het grootste deel komt echter door de mens in de lucht terecht en dat fijnstof is vaak schadelijker. Vooral fijnstof dat vrijkomt bij verbranding geeft problemen. Dat bestaat bijvoorbeeld uit roet (elementair koolstof) en andere koolstofdeeltjes, waar kankerverwekkende PAK’s aan kunnen binden. Het verkeer en huishoudens (bijvoorbeeld door hout te stoken of vuurwerk af te steken) dragen het meeste bij aan de uitstoot van fijnstof.

Sommige fijnstofdeeltjes worden niet rechtstreeks uitgestoten, maar vormen zich in de lucht doordat gassen met elkaar reageren. We noemen dat secundair fijnstof.

Stikstofoxiden

Stikstofoxiden (NO en NO2) ontstaan bij verbrandingsreacties. Door de hoge temperaturen in bijvoorbeeld automotoren of industriële ovens reageren stikstof en zuurstof uit de lucht met elkaar. Het verkeer is de belangrijkste bron van stikstofoxiden.
Vroeger gebruikten we stikstofoxiden voornamelijk om aan te tonen dat er ándere verontreinigende stoffen in de lucht hingen. Ondertussen weten we dat stikstofdioxide (NO2) zelf ook schadelijk is voor de gezondheid als je het inademt. Bovendien is te veel stikstof in deze vorm niet goed voor de natuur. Lees meer over stikstof (NOx).

Ozon (zomersmog)

Ozon komt niet uit de uitlaat van auto’s of uit schoorstenen, maar ontstaat uit andere stoffen en gassen in de lucht als de zon schijnt. Dat is prettig voor de ozonlaag hoog in de atmosfeer: daar houdt ozon uv-straling tegen. Maar dicht bij de aarde, waar wij leven, is te veel ozon ongezond voor mensen, planten en dieren.

Op dagen dat er weinig wind en veel zon is, kan de hoeveelheid ozon in de lucht in de middag flink oplopen. Als de hoeveelheid té hoog wordt geeft de overheid een alarm af. Lees meer over zomersmog.

Ook andere schadelijke stoffen

Behalve fijnstof, stikstofoxiden en ozon zitten er ook nog andere ongezonde stoffen in de lucht, zoals vluchtige organische stoffen (VOS), koolmonoxide en zwaveldioxide (SO2), maar die zijn een minder groot probleem voor de gezondheid. Daarom lees je op deze pagina alleen over fijnstof, stikstofoxiden en ozon.

Bronnen en blootstelling

Luchtvervuiling komt niet alleen

Bij verbranding ontstaat zowel fijnstof als stikstofdioxide. Daarom zijn het verkeer, de industrie en houtvuren belangrijke bronnen van deze schadelijke stoffen. Stikstofoxiden zorgen bovendien samen met ammoniak (NH3) voor de vorming van secundair fijnstof. Omdat de landbouw veel ammoniak uitstoot, zorgt ze dus indirect ook voor de vorming van veel fijnstof.

Meer last bij de bron

Wie dicht bij een bron woont of werkt - bijvoorbeeld een drukke weg, een industriegebied of een intensief veebedrijf - ademt vaker en méér schadelijke stoffen in. In steden is de lucht ook vaak minder schoon, vooral bij drukke wegen of kruispunten waar verkeer langzaam rijdt of veel stilstaat. Vooral oudere dieselauto’s stoten veel schadelijke stoffen uit.

Meer last bij weinig wind

Luchtvervuiling blijft hangen als er weinig wind staat. De schadelijke stoffen kunnen zich dan niet verspreiden over een groter gebied of naar andere luchtlagen. Daardoor blijft de hoeveelheid op één plek hoog. Ook als het een tijd niet regent blijven deeltjes lang in de lucht hangen. Bovendien ontstaat er op zonnige, windstille dagen veel ozon (zomersmog).

Geen ondergrens

Van fijnstof en stikstofdioxide kunnen we niet zeggen dat ze onder een bepaalde hoeveelheid (‘concentratie') niet meer schadelijk zijn. Hoewel we in Nederland de Europese normen bijna niet overschrijden, verliezen we toch gezonde levensjaren doordat we deze stoffen inademen. De World Health Organisation (WHO) adviseert dan ook lagere normen dan de EU hanteert.

Vervuiling waait de grens over

Luchtvervuiling is een grensoverschrijdend probleem. Veel verontreinigde lucht komt dan ook aanwaaien uit het buitenland, vooral uit het Ruhrgebied. Bijna 30% van de fijnstof in de lucht is afkomstig van buitenlandse uitstoot. Hoe kleiner de deeltjes, hoe verder ze kunnen verspreiden met de wind. Ook stikstofdioxide en ozon of ozonvormende stoffen komen voornamelijk aanwaaien uit Duitsland en België.

Omgekeerd waait ook een groot deel van de in Nederland uitgestoten stoffen de grens over. Er waaien meer stoffen het land uit dan er binnenkomen.

Luchtvervuiling en gezondheid

Luchtvervuiling is ongezond: je kunt allerlei klachten krijgen door vervuilde lucht in te ademen. Ouderen, mensen met een kwetsbare gezondheid en kinderen zijn extra gevoelig. Mensen die al iets aan de luchtwegen hebben (bijvoorbeeld astma of COPD), en mensen met een hart- en vaatziekten kunnen door luchtvervuiling méér klachten krijgen of zelfs eerder overlijden. Maar ook gezonde mensen kunnen tijdelijke of blijvende klachten krijgen.

Fijnstof, stikstofdioxide en ozon (zomersmog) kunnen tijdelijk klachten geven zoals droge ogen, hoesten, een droge keel of kortademigheid. Maar het er ook voor zorgen dat je longen blijvend minder goed werken. Ernstige smog kan bovendien hoofdpijn, misselijkheid en duizeligheid veroorzaken. Stikstofoxiden (NOx) zijn trouwens niet alleen ongezond, maar ook slecht voor de natuur als er te veel van is.

Het RIVM vertelt meer over de gezondheidseffecten van luchtverontreiniging.

Tips om schone lucht te vinden

Bij steden, drukke wegen en in gebieden met veel industrie of intensieve veehouderij is de lucht het meest vervuild. Met de volgende tips zorg je ervoor dat je minder vervuilde lucht inademt.

  1. 01

    Bij fietsen en hardlopen adem je veel lucht in. Vermijd hardlopen of fietsen langs drukke wegen. Kies liever een route langs wegen met minder verkeer.

  2. 02

    Rijd je in de auto, houd dan liefst de ramen dicht als je in de file belandt. Zo houd je iets van de vuile lucht buiten. Buiten de file is een open raampje gezonder, want de lucht in auto's is meestal erg slecht.

  3. 03

    Laat in tunnels en in de file geen verse lucht de auto inkomen, maar zet de ventilator op de recirculatiestand: zo komt er minder vervuilde lucht de auto in. Doe dit echter niet langer dan een kwartier; na een kwartier is het nodig om de lucht in de auto te verversen, zelfs als je in de file staat.

  4. 04

    Overweeg je een nieuw huis, zoek je een school of wil je veranderen van baan? Check dan ook de luchtkwaliteit van de omgeving.

Zelf doen voor je gezondheid

Bij smog: rustig aandoen

Heb je al klachten van je luchtwegen (astma, brochitis, COPD) of een hart- en vaatziekte? Vermijd dan (zware) lichamelijke inspanning als er smog is. Op de app Mijn luchtkwaliteit kun je zien hoeveel ozon (smog) er in de lucht zit en krijg je advies of je jouw activiteiten beter kunt aanpassen. Lees meer over Smog.

Ventileer je woning

Ondanks luchtvervuiling is het beter om de ramen en ventilatieroosters open te houden. Binnenshuis ontstaat namelijk ook vervuiling door bijvoorbeeld koken, stoken en ademen, en die moet afgevoerd worden. Doe je dat niet, dan kan de lucht in huis vuiler worden dan die erbuiten. Ventileer daarom altijd. Lees meer op Ventileren.

Check luchtkwaliteit in jouw buurt

Op Atlas Leefomgeving kun je kaarten bekijken met de luchtkwaliteit in Nederland. Check de video via onderstaande link en ontdek hoe check je plek werkt.

Hoe schoon is jouw lucht?

Video Atlas Leefomgeving heeft een tool waar je luchtkwaliteit in jouw buurt checkt. In deze video leggen ze uit hoe dat werkt. Video: Hoe schoon is hier de lucht?

Mijn luchtkwaliteit en Stookwijzer

  • Wil je weten hoe de luchtkwaliteit in jouw wijk of straat is? Kijk op luchtmeetnet.nl of teletekst (pagina 711). 
  • De Stookwijzer laat zien of je op dit moment een vuurtje kunt stoken of beter niet.