Gezonde bodem
In een gezonde, groene tuin van gemiddelde grootte zit zo’n 30 kg aan bodemleven. Dit zijn en micro-organismen zoals gisten en schimmels. Bodemdieren zijn dieren die op, net boven of in de bodem leven. Denk bijvoorbeeld aan regenwormen, pissebedden en mieren. Bodemdieren en micro-organismen zijn belangrijk voor een gezonde bodem. Ze zorgen voor voedingsstoffen voor de planten en zijn zelf ook voedsel voor grotere dieren zoals vogels en egels. Op deze manier vormen ze een belangrijke schakel in de voedselketen. Ook spelen bodemdieren en micro-organismen een rol bij het voorkomen van ziekten en plagen.
Bodemdieren zijn ingedeeld in 10 hoofdgroepen: regenwormen, naaktslakken, huisjesslakken, spinachtigen, pissebedden, miljoenpoten, duizendpoten, kevers, mieren en mollen.
Tips voor een gezonde bodem
-
01
Check welke bodem jouw tuin heeft. Je kan bemesting en bodemverbeteraars hier dan op aanpassen.
-
02
Stimuleer het bodemleven. Bijvoorbeeld door te zorgen voor bodembedekking, (stilstaand) water in de tuin en zoveel mogelijk variatie in de bodem.
-
03
Maak je bodem gezond en vruchtbaar met de juiste bemesting en bodemverbeteraar. Compost is de meest milieuvriendelijke keuze. Kunstmest belast het milieu het meest.
-
04
Gebruik niet te veel mest: dan worden planten juist slap en kwetsbaar. Bemest je planten één keer per jaar in het voorjaar.
Welke grondsoort heb je?
Er zijn 4 belangrijke eigenschappen die de vruchtbaarheid van de bodem bepalen: waterdoorlatendheid, luchtdoorlatendheid, voedingsrijkheid en zuurgraad. Op vrijwel elke grond kan je een mooie tuin creëren, als je maar weet welke grondsoort het is. Bij het kiezen van planten voor je tuin is het ook belangrijk dat je rekening houdt met de grondsoort.
Zand is de moeilijkste tuingrond. De groei op klei, löss, leem en zavel is over het algemeen beter. Je kan de groeiomstandigheden op moeilijkere gronden verbeteren door het toevoegen van compost of organische mest, door te mulchen én door het verbeteren van de toevoer en/of aanvoer van water.
Wil je weten welk soort bodem jij in de tuin hebt? Zoek dan op je locatie op deze bodemkaart van Nederland. Hieronder vind je meer informatie over de meest voorkomende grondsoorten in Nederland: hoe je deze herkent, hoe vruchtbaar de bodem is en hoe je deze kan verbeteren.
Stimuleer het bodemleven
Een rijk bodemleven zorgt voor een gezonde bodem. Met deze tips stimuleer je het bodemleven in de grond.
Laat je bodem zo veel mogelijk met rust
Het beste dat je kan doen om het leven in de bodem te helpen is je bodem met rust te laten. Ploeg je tuin niet elke maand en zelfs niet ieder jaar om. Hiermee verander je de zuurstofhuishouding in je grond waardoor je het bodemleven verstoort. Ook vernietig je schimmeldraden en gangetjes die bodemdieren hebben gemaakt. Schoffelen of woelen kan wel. Ga je je grond omploegen? Gebruik dan een riek in plaats van een schop. Zo richt je zo min mogelijk schade aan. kan je beter nooit doen. Dit heeft een erg negatieve impact op een gezonde bodem, omdat je met frezen de grond nog fijner maakt en daarmee nog meer verstoord dan met ploegen.
Maak je tuin zo groen mogelijk
Zorg dat een zo groot mogelijk deel van je tuin onverhard is. Voor een bodemvriendelijke tuin heb je minimaal 4 vierkante meter beplanting nodig. Let er ook op dat je tuin het hele jaar door zoveel mogelijk bedekt is met bodembedekkende planten.
Met een machine grondkluiten fijn maken of gras weg ploegen.
Goed plan! Een groene tuin heeft veel voordelen: het werkt verkoelend, vangt regenwater op en is goed voor allerlei dieren. Als je je tuin slim inricht en voor planten en bomen kiest die van nature in Nederland voorkomen, heb je er bovendien weinig onderhoud aan.
In het stappenplan tegels vervangen wordt stap voor stap uitgelegd hoe je jouw tegels vervangt door groen.
Laat herfstbladeren en oude takken liggen
Herfstbladeren zijn voedsel voor bodemdieren. Zo smullen pissebedden bovengronds van de bladeren. Daarnaast wordt een deel van de bladeren door bodemdieren zoals regenwormen de grond in getrokken. Wat overblijft van de blaadjes wordt door bodemschimmels opgeruimd. Plantafval, maar ook oude takken en stammen, dienen als beschutting voor dieren. Zo kan een composthoop bodemdieren bijvoorbeeld een plek geven om te overwinteren.
Zorg voor variatie in de bodem
Creëer in een tuin met zanderige grond bijvoorbeeld wat plekjes met rijke grond. En in een tuin met rijke grond wat zanderige plekjes. Je kan ook variatie in de bodem creëren door af te wisselen met de hoogte van de grond. Haal op de ene plek bijvoorbeeld wat zand weg zodat het daar natter wordt. Op een andere plek kan je dit zand dan weer toevoegen. Op al die verschillende plekjes voelen zich weer andere beestjes prettig. Zo zorg je voor meer biodiversiteit.
Zorg voor (stilstaand) water in je tuin
Water draagt bij aan een gezonde en vruchtbare grond. Leg bijvoorbeeld een vijver aan in je tuin. Of vang regenwater op met een greppel of regenwatervijver. Je kan zelfs een mini-moeras in je tuin creëren: een drassige, natte bodem met een laagje water erop.
Verwijder planten zonder kluit
Wil je je planten vervangen? Verwijder oude planten dan met kale wortels zonder de kluit. In de kluit zit veel bodemleven. Je kan overtollig plantenmateriaal ook gewoon door de bodem scheppen.
Laat je bodem ademen
Niet alleen de vruchtbaarheid van de bodem is belangrijk, maar ook de structuur van de bodem. Met een losse bodemstructuur kunnen plantenwortels de voedingsstoffen in de bodem makkelijk bereiken. Voordeel van een luchtige bodem is ook dat die meer water vasthoudt, zodat je minder vaak hoeft te sproeien.
Je kan de structuur van je bodem testen door een kuil te graven. Als de grond kruimelig uiteenvalt, heeft jouw tuin een goede bodemstructuur. Valt het resultaat tegen en is de grond niet erg los, dan helpt het om wat compost door de bovenlaag te scheppen. Plakkerige kleigrond kan je met basaltmeel verbeteren – dit is te koop in tuincentra.
Bodemverbeteraars en meststoffen
De bodem van je tuin is de basis voor natuurlijk tuinieren. Deze basis is goed als:
- Je planten passen bij de grondsoort in je tuin
- Je bodem een gezond bodemleven heeft
- Je bodem voldoende luchtig is
- Je bodem voldoende water kan opnemen
- Er voldoende voedingsstoffen in je bodem aanwezig zijn zoals: stikstof, fosfor kalium, sporenelementen
- De zuurtegraad van je bodem goed is
Wil je je bodem verbeteren? Dan kan je een bodemverbeteraar (substraat) en/of mest toevoegen. Bodemverbeteraars helpen bij het verbeteren van de fysieke gezondheid van de bodem, zoals een betere bodemstructuur. Meststoffen gebruik je als je (specifieke) voedingsstoffen wil toevoegen aan de bodem om de grond vruchtbaarder te maken. Hieronder lees je meer over verschillende bodemverbeteraars en meststoffen: waarvan ze zijn gemaakt, hoe ze je bodem verbeteren en verrijken en welke impact ze hebben op het klimaat.
Bodemverbeteraars
Kies in eerste instantie voor bodemverbetering uit eigen tuin. Gebruik bijvoorbeeld zelfgemaakte bladaarde of versnipperde plantenresten (mulch). De bekendste commerciële bodemverbeteraars zijn tuinaarde, tuinturf en compost.
Meststoffen
Mest is niet altijd nodig. Zeker niet als je maar weinig organisch materiaal afvoert uit je tuin zoals snoeiafval, bladeren of geoogste groente. Wil je toch bemesten? Gebruik dan in eerste instantie altijd voedingsstoffen uit je tuin. Bijvoorbeeld door te mulchen of bladeren te lagen liggen. Daarmee creëer je een natuurlijke kringloop. Het is niet altijd nodig om je gazon te bemesten, zeker niet als je maaisel regelmatig als mulch laat liggen. Voor de meeste planten is één keer per jaar bemesten in het voorjaar voldoende. Rozen en eenjarige planten doen het beter als je ze nog een tweede keer mest geeft in juni. Gebruik nooit te veel mest, want dat verzwakt je planten juist. Bovendien spoelt de overtollige mest weg als het regent en dat vervuilt het grond- en oppervlaktewater.
Vermijd kunstmest waarvoor grondstoffen uit mijnen gewonnen worden. Kies in plaats daarvan voor meststoffen die gewonnen worden uit natuurlijk materiaal zoals afvalproducten uit de voedingsindustrie. Over het algemeen zijn organische en natuurlijke meststoffen duurzamer dan kunstmest. Hieronder lees je meer over verschillende soorten meststoffen: over hun werking en welke impact ze hebben op het milieu.
Een gezonde bodem houdt water vast
Als je de bodem verbetert, verbeter je de waterhuishouding in de grond op twee manieren: ten eerste houdt goede grond het water beter vast. Ten tweede kunnen planten door de verbeterde grond een goed wortelstelsel ontwikkelen doordat de grond luchtiger is. Hiermee kunnen zij in droge tijden gemakkelijker water vinden diep in de grond.
Hoeveel water grond vasthoudt, hangt af van de soort grond: zo houdt zandgrond het minste water vast en kleigrond het meeste. Water in kleigrond is wel sterker gebonden. Planten moeten daarom harder hun best doen om het water op te nemen. Wil je in zandgrond water beter beschikbaar maken voor planten? Meng dan wat aarde met organische stof door de bodem. Bij kleigrond helpt het juist om de grond luchtiger te maken.
Ook het bedekken van grond met organisch materiaal helpt bij het vasthouden van vocht in de bodem. Hiermee houd je de bodem koeler en ga je verdamping van water tegen. Je kan hiervoor bodembedekkers zoals houtsnippers, cacaodoppen of boomschors gebruiken. Mulching met gemaaid gras of het aanplanten van bodembedekkende planten helpt ook goed.
Planten in potten
Potgrond verwarren mensen vaak met een bodemverbeteraar. Zoals de naam al aangeeft is het niet bedoeld voor in de tuin, maar voor potplanten. Er zit veengrond (turf) en voedingstof in potgrond voor de plant.
Gebruik jij potgrond voor je planten in potten en bloembakken? In gewone potgrond zit meestal afgegraven veengrond (turf) en dit veroorzaakt veel CO2-uitstoot. In veengrond zit namelijk opgeslagen die in de lucht komt bij het afgraven. Naast CO2-uitstoot tast het afgraven van veen ook het landschap aan. Kies dus liever voor potgrond zonder veen, zoals potgrond op basis van kokos.
Kan je geen potgrond zonder veen vinden? Kijk dan naar het keurmerk op de verpakking van potgrond met veen. Veen is in Nederland nog vaak het hoofdbestanddeel van potgrond. Van de potgrondkeurmerken stellen MPS-potgrond, EU Ecolabel en Quality Mark Good Soil eisen aan de hoeveelheid veengrond (turfgehalte).
CO2 is de afkorting van koolstofdioxide. Het wordt ook wel koolzuurgas genoemd. De twee belangrijkste bronnen van CO2 zijn fossiele brandstoffen en verandering van landgebruik.
Heel lang geleden - in vroege geologische tijdperken - is koolstofdioxide vastgelegd door bomen en andere organismen. Daaruit zijn uiteindelijk fossiele brandstoffen (aardolie, steenkolen, aardgas) gevormd. Bij het verbranden van deze fossiele brandstoffen komt de CO2 weer vrij.
Als niets lijkt te helpen in je tuin
Doen je planten het telkens niet goed, ondanks alle zorg en aandacht? Of ga je een nieuwe tuin aanleggen? Dan kan een bodemanalyse zinvol zijn, zodat je weet of bepaalde voedingsstoffen ontbreken. Je kunt testers kopen bij tuincentra of een bedrijf inschakelen.
Anderen keken ook naar
Leven in je gazon
Echt gras is beter voor het milieu dan kunstgras of tegels. Ontdek hoe je een grasveld vol leven krijgt met minder maaien, mest en water. Vind tips om...
Zelf composteren
Groente-, fruit- en tuinafval kun je in de gft-bak doen, maar je kunt het ook zelf composteren, in de tuin of op je balkon. Doe je dit op de juiste manier,...
Onkruid voorkomen en verwijderen
Soms groeien er in je tuin planten op plekken waar je ze niet wilt hebben. Deze ongewenste planten noemen we onkruid. Welke planten onkruid zijn, is voor...