Weigeren is winst. De leukste kleren zijn de kleren die je draagt.  Kijk dus goed, koop alleen wat je nodig hebt en wijs de rest af.

Minder is beter. Verminder je hoeveelheid nieuwe kleren. Door tweedehands kleren te kopen, tijdloze kleren te kiezen, goed voor je kleren te zorgen of kleren te lenen/leasen/huren.

Kies herbruikbaar of gerecycled. Koop kleren van gerecycled materiaal of kleren die gemaakt zijn van maximaal twee materialen. Met zo min mogelijk knopen, ritsen of niet-stoffen versiersels.

Langer gebruiken. Ben jij uitgekeken op een kledingstuk? Geef het weg, verkoop het of ruil het voor kleding waar iemand anders op uitgekeken is.

Repareren. Zit er een scheur of gat in je kleding? Koop niet meteen iets nieuws, maar probeer het te maken. Of vraag iemand anders dat te doen.

Zo goed als nieuw. Werken je kleren niet meer zoals bedoeld? Zijn ze niet meer waterdicht? Of houden ze geen warmte meer vast? Laat ze dan opknappen.

Maak er iets nieuws van. Vermaak je kleren of vraag iemand dat te doen. Maak van je T-shirt met lange mouwen een hemd. Of vorm je oude kleren om tot iets heel anders. Maak bijvoorbeeld van een spijkerbroek een tas. Of verander je trouwjurk in bekleding voor een wiegje.

Beter wegdoen. Hoe duurzaam je kledingkast ook is, soms zul je een kledingstuk wegdoen. Heeft het geen grote olie- of vetvlekken? Lever het dan in voor hergebruik en recycling.

Pas afval als niks anders kan. Afgedankte kleding die niet meer schoon wordt, hoort bij het restafval. Door het te verbranden wordt energie gewonnen, bijvoorbeeld voor stadsverwarming.