Je kunt op veel manieren circulair leven. Gebruik minder door spullen te delen, lenen of te huren en alleen spullen te kopen die je echt nodig hebt en die lang meegaan. Geef spullen een langer leven door ze te repareren, op te knappen of tweedehands te (ver)kopen. En is iets echt niet meer te redden? Gooi het dan op de juiste manier weg zodat de grondstoffen opnieuw gebruikt kunnen worden. 

Circulair leven is duurzaam omdat er minder spullen en dus minder energie en grondstoffen nodig zijn. Dit helpt om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, milieuvervuiling tegen te gaan en biodiversiteit te beschermen. Ook maakt het ons minder afhankelijk van grondstoffen uit andere landen. 

De Nederlandse overheid wil dat de economie in 2050 volledig circulair is. Maar zover zijn weg nog niet.

Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) zitten we nog in de opstartfase, en neemt het gebruik van nieuwe grondstoffen nog niet af. Gelukkig kunnen we daar met z’n allen wat aan doen. Bijvoorbeeld door elke dag meer circulaire keuzes te maken.

Duurzaamheid betekent een fijne wereld voor iedereen – mensen, dieren én de aarde. Nu en later. Een circulaire economie helpt daarbij. Door slimmer om te gaan met spullen en grondstoffen, belasten we de planeet minder. Dat betekent minder klimaatverandering, een schoner milieu en meer ruimte voor planten en dieren. Bovendien raken grondstoffen niet zomaar op. Circulair leven is daarom een duurzame keuze. 

Refuse is iets weigeren. Heb je het echt nodig of kun je ook zonder? Weigeren is meestal de beste keuze. Want door het niet te kopen, bespaar je grondstoffen. Denk bijvoorbeeld aan een nieuwe keuken of badkamer. Vaak kan de oude nog jaren mee en is het besluit om geen nieuwe te nemen de beste keuze. 

Rethink is iets anders oplossen. Kun je je spullen op een andere manier nog vaker gebruiken? Bijvoorbeeld door gereedschap of een auto te delen met buren, vrienden, of familie. 

Reduce betekent: hetzelfde doen, maar dan met minder grondstoffen. Denk aan dubbelzijdig printen—de helft minder papier, hetzelfde resultaat. Of kiezen voor apparaten die minder energie gebruiken.  

Reuse betekent: hergebruiken in plaats van weggooien. Kies voor spullen die je keer op keer kunt gebruiken, zoals een meeneembeker in plaats van wegwerp. Of aan materialen die je opnieuw gebruikt, zoals bouwmaterialen of vintage kleding. 

Repair betekent: iets repareren. Kijk of je het nog kunt (laten) maken zodat je geen nieuwe hoeft te kopen. Bijvoorbeeld door een onderdeel van je laptop te vervangen of te repareren als deze het niet meer doet. 

Refurbish is iets opknappen of vernieuwen. Bijvoorbeeld door je oude meubels te pimpen tot een nieuw meubel. Je kunt ook denken aan apparaten zoals een refurbished telefoon. 

Remanufacture is iets herfabriceren. Maak van oude onderdelen weer iets nieuws. Bouw bijvoorbeeld een nieuwe fiets van oude fietsonderdelen. 

Repurpose is iets een nieuw doel geven. Kijk of je je spullen voor iets anders kunt gebruiken. Maak bijvoorbeeld van een oude deur een tafel. 

Recycle betekent: grondstoffen opnieuw gebruiken. Door afval goed te scheiden, kun je waardevolle materialen nog een keer gebruiken. Let er bijvoorbeeld op dat je bouw- en sloopafval, kleding of elektronica op de juiste manier inlevert. Twijfel je over de juiste bak? Bekijk in de Afvalscheidingswijzer waar je iets het beste weggooit of inlevert. 

Recover is iets terugwinnen uit afval. Bijvoorbeeld energieterugwinning uit afval dat niet geschikt is voor recycling. Het verbranden levert dan nog energie op.