Palmolie
Op de verpakking van voedingsmiddelen herken je aan het woord ‘palm’ in de ingrediëntenlijst of er palmolie of -vet inzit. Bij cosmetica en schoonmaakproducten is dat lastiger. Door de wereldwijde vraag zijn palmolieplantages een economische kans in landen met een tropisch klimaat. Tegelijkertijd leidt de hoge vraag tot ontbossing van tropisch regenwoud, vervuiling en sociale problemen. Wat de juiste keuze is in de winkel om de problemen op te lossen is ingewikkeld. Het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en de overheid willen de palmolieketen duurzamer maken met behulp van initiatieven zoals . In de Nederlandse voedingsmiddelenindustrie is 90 procent van de gebruikte palmolie RSPO-gecertificeerd.
Initiatieven om palmolie te verduurzamen zijn onder andere de RSPO (Roundtable Sustainable Palm Oil), DASPO (Dutch Alliance for Sustainable Palm Oil) en NI-SCOPS (National initiative Initiative for sustainable Sustainable & Climate Smart Smallholders). Ook heeft het WNF de Palm Oil buyers scorecard ontwikkeld om te laten zien wat bedrijven doen om de palmolieketen te verduurzamen.
Impact op het milieu
Wereldwijd is het gebied voor palmolieplantages gegroeid van 9 miljoen hectare in 1996 naar 19 miljoen hectare in 2018. Ongeveer 85 procent van de palmolie komt uit Indonesië en Maleisië. Palmolieplantages beslaan 6 procent van de landbouwgrond bestemd voor plantaardige olieproductie en leveren 40 procent van de mondiale plantaardige olieproductie. Zou je de vraag naar plantaardige oliën invullen met een andere olie dan palmolie dan zou je veel meer grond nodig hebben.
Landgebruik en ontbossing
Als tropisch regenwoud wordt opgeofferd om palmolieplantages aan te leggen, neemt de biodiversiteit sterk af. De soortenrijkdom in tropisch regenwoud is namelijk erg groot. Door verdergaande ontbossing worden in de regenwouden levende bedreigde dier- en plantensoorten zoals de orang oetan, Aziatische olifant, Sumatraanse tijger en neushoorn steeds meer in het nauw gedreven.
Naast de grote afname van biodiversiteit komt er door ontbossing ook broeikasgas vrij. In tropische bossen is veel koolstof vastgelegd in bodem en plantengroei. Als het bos plaatsmaakt voor landbouwgrond, komt een groot deel van deze koolstof als CO2 in de atmosfeer terecht. In de bodem van tropische bossen zit veel organisch materiaal. Organisch materiaal is ook een bron van CO2 als de bodem wordt bewerkt voor landbouwactiviteiten. Behalve dat er CO2 vrijkomt, wordt er ook geen CO2 uit de lucht meer opgeslagen door de .
Luchtvervuiling en uitstoot broeikasgassen
Wanneer palmolieplantages worden aangelegd in veengebieden is het nodig om de veenbodems te ontwateren. Veen dat door ontwatering en bodembewerking in aanraking komt met zuurstof gaat rotten; daarbij komen ook broeikasgassen vrij. Ook verliest de bodem zijn waterbergingscapaciteit. Ontwaterde veenbodems zijn erg brandgevaarlijk. Als ontwaterde veenbodems gaan branden, veroorzaakt dat veel luchtvervuiling en .
Watergebruik en watervervuiling
Palmolieteelt vindt over het algemeen plaats in gebieden waar veel regen valt. Waterschaarste speelt daarom meestal niet zo bij de teelt zelf. De palmvruchten moeten na de oogst snel worden uitgeperst. Bij het persproces is wel veel water nodig dat na persing vervuild is. Wanneer dit vervuilde water en de uitgeperste palmvruchtresten in naburige rivieren geloosd worden, veroorzaakt dit grote milieuverontreiniging met o.a. vissterfte tot gevolg. Dit zet de lokale voedselvoorziening onder druk. Moderne palmoliemolens hebben zuiveringsinstallaties. De koplopers vangen ook het methaan dat vrijkomt uit de palmvruchtresten af voor biogasproductie. Dit biogas gebruiken ze als energiebron in de eigen fabriek. De vaste vruchtresten worden gebruikt als organische mest.
Bestrijdingsmiddelen en kunstmest
Voor de teelt van palmolie zijn weinig bestrijdingsmiddelen en kunstmest nodig. Ratten eten wel graag oliepalmvruchten. Om de ratten te bestrijden worden bestrijdingsmiddelen gebruikt die ook andere dieren doden. Volgens de industrie wordt inmiddels op grote schaal gebruik gemaakt van uilen om de ratten te bestrijden. Verder worden bestrijdingsmiddelen gebruikt tegen neushoornkevers.
Sociaal-economische aspecten
Palmolie wordt zowel op grote plantages als op kleine familiebedrijven geteeld. Veel mensen vinden een baan op de plantages en palmolie zorgt voor economische groei. Tegelijkertijd zijn er misstanden. Rondom palmolieplantages komen problemen voor zoals vervuiling, ruzie om landeigendom en slechte arbeidsomstandigheden. Initiatieven om palmolie te verduurzamen proberen dit op te
Bomen zetten met behulp van fotosynthese CO2 en water om in zuurstof en glucose.
Broeikasgassen zoals CO2 komen van nature voor in de atmosfeer en zorgen ervoor dat de warmte van de zon wordt vastgehouden. De laatste 250 jaar zijn er veel meer broeikasgassen in de atmosfeer gekomen. Die houden extra warmte vast, waardoor sinds 140 jaar de temperatuur stijgt. Lees meer over het (versterkte) broeikaseffect.
Initiatieven om palmolie te verduurzamen zijn onder andere de RSPO (Roundtable Sustainable Palm Oil), DASPO (Dutch Alliance for Sustainable Palm Oil) en NI-SCOPS (National initiative Initiative for sustainable Sustainable & Climate Smart Smallholders). Ook heeft het WNF de Palm Oil buyers scorecard ontwikkeld om te laten zien wat bedrijven doen om de palmolieketen te verduurzamen.
Veelgestelde vragen over palmolie
Alleen duurzame palmolie kopen
In plaats van palmolieproducten vermijden kun je ook met je aankoop de palmolieteelt helpen verduurzamen. Hoewel je het bijna nooit ziet op de verpakking, liggen er in de winkel producten met duurzaam gecertificeerde palmolie volgens het het RSPO-keurmerk. Maatschappelijke organisaties en bedrijven die palmolie verwerken hebben in 2004 de ronde tafel voor duurzame palmolie (RSPO) opgericht. Door palmolieplantages te certificeren met het RSPO-keurmerk wil de ronde tafel de productie van palmolie steeds verder verduurzamen.
Geen 100% garanties, geleidelijk duurzamer
Ook gecertificeerde palmolie kan nog geen 100 procent garanties bieden voor teelt zonder ontbossing. Er is kritiek van sommige maatschappelijke organisaties op het RSPO-keurmerk, omdat zij de eisen niet ver genoeg vinden gaan en er misstanden zijn. RSPO geeft aan dat ze bewust kiezen om geleidelijk steeds strengere eisen te stellen en dat certificering een heel belangrijke prikkel is om de mondiale palmolieteelt te verduurzamen. Wie de verduurzaming van palmolie wil ondersteunen en stimuleren kan daarom kiezen voor producten die duurzaam gecertificeerde palmolie bevatten.
Heel soms staat het RSPO-keurmerk op een product, maar meestal niet. Je kunt ook de palmolie scorekaart van het WNF raadplegen. Daarnaast kun je zelf checken of duurzame palmolie is gebruikt op de website van het product of via de klantenservice van het merk.
Keurmerken
Op producten met palmolie zie je bijna nooit een keurmerk voor duurzame palmolie staan. Toch is van alle palmolie die in 2016 in Nederland in voedingsmiddelen is verwerkt 90 procent gecertificeerd volgens een duurzaamheidsstandaard. Wat zeggen keurmerken op producten over palmolie?
EU-Biologisch
In levensmiddelen en schoonmaakproducten waarin biologische palmolie is verwerkt, zijn bij de teelt geen kunstmest en synthetische bestrijdingsmiddelen gebruikt. Maar het keurmerk stelt geen eisen aan ontbossing, noch aan arbeidsomstandigheden.
RSPO
RSPO is het keurmerk van de Roundtable on Sustainable Palm Oil (RSPO). RSPO wil dat in de toekomst alleen nog palmolie wordt verwerkt die duurzaam is geproduceerd. Naast certificering met keurmerken richt RSPO zich ook op verbetering van de olieopbrengst bij kleinschalige boeren. 30-40 procent van de palmolie wordt door kleinschalige boeren geproduceerd. Hogere opbrengsten kunnen hier tot milieuwinst leiden.
De teelt van RSPO-gecertificeerde palmolie is niet ten koste gegaan van oerbos en andere gebieden met een hoge natuur- en/of culturele waarde. Bij de teelt worden minder pesticiden en kunstmest gebruikt dan gebruikelijk bij niet-gecertificeerde teelt. Het keurmerk heeft criteria voor het respecteren van rechten van boeren en de lokale bevolking. Het eisenpakket wordt elke paar jaar aangescherpt.
In 2019 was 19 procent van de mondiale palmolieproductie RSPO-gecertificeerd. In 2019 waren er ongeveer 4500 leden (producenten, verwerkers, banken, detailhandelaren en ngo's) aangesloten bij RSPO. RSPO ziet certificering als middel en niet als een doel op zich. Voor de verdere verduurzaming van de palmolieteelt zijn strengere certificeringseisen, betere traceerbaarheid en aanvullende mechanismes, zoals beter management, klachtenprocedures en dialoog op veldniveau nodig. Er ligt ook een grote uitdaging in het garanderen van lokale naleving van de wetgeving.
Uitgebreide informatie over RSPO-keurmerken is te vinden in de Keurmerkenwijzer en op de website van de ronde tafel RSPO. Ruim 90% van de palmolie die in de Nederlandse voedingsindustrie wordt gebruikt komt uit gecertificeerde teelt. Toch kom je het keurmerk nauwelijks tegen op producten in de supermarkt. Als de producten waar dit voor geldt niet herkenbaar zijn, kunnen mensen er niet gemakkelijk bewust voor kiezen. Je kunt producenten vragen of zij duurzaam gecertificeerde palmolie inkopen en gebruiken.
Cosmetica en schoonmaakmiddelen
Wereldwijd wordt een kwart van de palmolie gebruikt voor technische toepassingen, zoals zeep, schoonmaakmiddelen en cosmetica. Er zijn geen cijfers specifiek voor Nederland bekend. Op de WNF scorekaart kun je zien of jouw zeep of schoonmaakmiddel palmolie bevat die volgens een duurzaamheidsstandaard geproduceerd is.
Palmolie als biobrandstof
Wereldwijd wordt 5 procent van de palmolie gebruikt als biobrandstof. De Europese Unie ziet palmolie als een voedselgewas. Daarom mag het gebruik ervan het gebruik in 2019 niet overstijgen. Nederland gebruikt, conform het Klimaatakkoord, geen biobrandstof uit palmolie.
Anderen keken ook naar
Hoe vet slim ben jij? Doe de quiz
Wat weet jij eigenlijk over palmolie? In welke producten kom je deze olie tegen en wat zijn de voor- en nadelen? Test je kennis met deze quiz en kom erachter...
De milieuimpact van tropische producten
Producten zoals koffie en chocolade komen uit landen met een (sub)tropisch klimaat. In deze gebieden heb je te maken met andere milieuproblemen dan in...
Biologisch
Biologische producten herken je aan het keurmerk met het 'groene blaadje'. Bij biologisch kun je ervan uitgaan dat de boer geen kunstmest en synthetische...