Bodemwarmte

Kind met twee windmolentjes.
Warmte uit het bodemwater is een duurzame vorm van energie. Voor bodemwarmte hoef je niet diep te boren en is op grote én kleine schaal in te zetten. Bijvoorbeeld in kassen, maar ook als woningverwarming in onder meer nieuwbouwhuizen. Milieu Centraal zet de mogelijkheden van bodemwarmte op een rij.

Bodemwarmte is een milieuvriendelijk alternatief voor het verbranden van aardgas en steenkool. Het gebruik van bodemwarmte zorgt niet voor uitstoot van CO2. Daardoor draagt het niet bij aan klimaatverandering. Een ander voordeel is dat bodemwarmte – bij juiste toepassing – nooit opraakt.

Wanneer de warmte uit diepere aardlagen komt (500 meter of dieper), wordt gesproken van aardwarmte of geothermie. Ook dit is een duurzame vorm van verwarming, maar deze is moeilijker bereikbaar en daarom duurder. Lees meer over Aardwarmte.

Bodemwarmte in het kort

  1. 01

    Bodemwarmte halen we tot 100 meter diepte uit de bodem. De warmte wordt gebruikt voor verwarming van woningen, gebouwen en bijvoorbeeld kassen.

  2. 02

    Het water in de aardbodem op 20 tot 300 meter diepte is geschikt voor warmte-uitwisseling: we kunnen het oppompen, vervolgens warmte erin stoppen (in de zomer) of eruit halen (in de winter) en dan weer terugpompen. Ook dit heet bodemwarmte.

  3. 03

    Bodemwarmte is afkomstig van de zon.

Hoe werkt bodemwarmte?

Bodemwarmte komt van de zon. Zonlicht verwarmt (vooral in de zomer) de bodem en het bodemwater. Door circulatie van het bodemwater en door verspreiding van warmte door de bodem, kan de zonnewarmte tot enkele honderden meters diep in de aardkorst komen. De warmte in de bodem en in het bodemwater heten beide bodemwarmte.

Bodemwarmte op grote schaal

Het aftappen van bodemwarmte tot 100 meter diep in de aarde gebeurt met zogeheten bodemwarmtewisselaars. Zo'n bodemwarmtewisselaar bestaat uit een gesloten buizensysteem dat tot 100 meter diep de bodem in gaat. Door de buizen wordt een vloeistof gepompt (meestal water met antivries). De vloeistof stroomt door de warmere bodem, warmt daardoor op en stroomt verder door de buizen, weer terug naar het oppervlak. Aan de oppervlakte staan grote warmtepompsystemen die de warmte overnemen van de vloeistof in de bodemwarmtewisselaars, en vervoeren naar nieuwbouwhuizen en de industrie.

Individuele warmtepomp

Naast grootschalige warmtepompsystemen zijn er ook individuele warmtepompen voor woningverwarming. Die maken ook gebruik van bodemwarmte, maar gaan veel minder diep de grond in. Lees meer daarover op Warmtepompen.

Warmte-opslag in de bodem

Water dat in de bodem zit op 20 tot 300 meter diepte, blijft op constante temperatuur. Verder is het een eigenschap van water, dat het veel warmte kan opnemen. Daarom wordt in de zomer het relatief koele bodemwater omhoog gepompt, en gebruikt om bovengrondse warmte weg te vangen. Op deze manier kan bodemwater warme lucht afkoelen in grote kantoorgebouwen, of water afkoelen dat is opgewarmd bij industriële processen. Het opgewarmde bodemwater wordt daarna teruggepompt. Diep in de bodem blijft die warmte behouden. Het bodemwater vormt een soort 'opslagvat' van warmte.

Winter: bodemwater als warmtebron

In de winter komt de warmte in het bodemwater goed van pas. Dan wordt het bodemwater weer opgepompt. De warmte wordt dan gebruikt voor bijvoorbeeld woningverwarming en glastuinbouw. Als de warmte uit het grondwater is gehaald, wordt het water weer teruggepompt. Tot het opnieuw wordt opgepompt in de zomer, vormt het bodemwater nu een 'opslagvat' voor koude.