Schoonmaaktips

Vader en zoontje dweilen samen de vloer. Schoonmaken is goed voor de hygiëne in huis.
Schoonmaken is goed voor het onderhoud van je spullen en voor de hygiëne in huis. In de winkel vind je voor elk schoonmaakklusje wel een speciaal middel, maar je hebt lang niet alles nodig om goed schoon te maken. Als je regelmatig schoonmaakt, kom je een heel eind met water, allesreiniger en een doekje of borstel.

De belangrijkste richtlijnen voor milieuvriendelijk schoonmaken zijn: laat onnodige producten staan, koop producten met een goed keurmerk, gebruik niet onnodig veel, gebruik zo min mogelijk warm water en gooi de verpakking op de juiste manier weg.

Tips duurzaam schoonmaken

  1. 01

    Maak niet vaker schoon dan nodig. Kleding gaat bijvoorbeeld langer mee als je het minder vaak wast.

  2. 02

    Keurmerken als EU Ecolabel, Nordic Swan of Ecocert belasten het milieu zo min mogelijk.

  3. 03

    Gebruik zo min mogelijk warm water. Allesreinigers werken goed bij koud water.

  4. 04

    Let bij (af)wasmiddelen goed op de dosering: je gebruikt al snel te veel.

  5. 05

    Chloor is niet nodig om je toilet te reinigen. Gebruik om de wc schoon te maken toilet- of sanitairreiniger.

  6. 06

    Spoel schoonmaakmiddelen altijd door de afvoer. Gooi sop nooit buiten op straat of in je tuin.

  7. 07

    Is de fles helemaal leeg? Gooi je verpakkingen in de juiste afvalbak. Check de afvalscheidingswijzer.

  8. 08

    Voorkom afval door geconcentreerde producten te kopen, of kies voor grote of navulverpakkingen.

  9. 09

    Vochtige schoonmaakdoekjes bevatten vaak plastic. Gebruik liever een veelgebruikte oude katoenen doek om schoon te maken.

Infographic met checklist om duurzamer schoon te maken. Schaf duurzamer aan, gebruik beter en gooi goed weg.
Vergroot afbeelding

Schoonmaken en het milieu

Voor de productie van schoonmaakmiddelen zijn grondstoffen en energie nodig. Na gebruik kunnen ze het oppervlaktewater vervuilen. Schadelijke stoffen blijven achter in het rioolslib van waterzuiveringsinstallaties. Bovendien draagt de verpakking van schoonmaakmiddelen bij aan de afvalberg.

Grondstoffen

Schoonmaakmiddelen moeten geproduceerd worden. Dit kost grondstoffen. Vroeger was de meest gebruikte wasactieve stof zeep. Zeep ontstaat door dierlijke- of plantaardige vetten (afkomstig van talgolie, palmolie of kokosolie) te koken met natronloog of kaliloog. Sinds de jaren zestig worden wasactieve stoffen gesynthetiseerd uit aardolie.

Het is niet te zeggen of een schoonmaakmiddel op basis van plantaardige grondstoffen beter is voor het milieu dan een product op basis van aardolie. Hetzelfde geldt voor zeep. Gebruik van verschillende grondstoffen veroorzaakt namelijk verschillende soorten milieubelasting. Plantaardige grondstoffen (bijvoorbeeld kokosolie of palmolie) raken niet op, in tegenstelling tot aardolie. Het opmaken van aardolie zorgt bovendien op den duur voor extra CO2 in de atmosfeer, bij plantaardige grondstoffen wordt die CO2 door de planten weer uit de lucht gehaald en vastgelegd in biomassa. Aan de andere kant kent het telen van plantaardige grondstoffen ook milieubelasting. Zo is er landbouwgrond nodig, water, bestrijdingsmiddelen en kunstmest, en kan de aanleg van plantages voor plantaardige grondstoffen zoals palmolie gepaard gaan met ontbossing.

Schadelijke stoffen

Schoonmaakmiddelen zijn geen probleem in de rioolwaterzuivering. Maar het verwijderen ervan kost wel energie, en het lukt niet om alles eruit te halen. De rioolwaterzuivering ontlasten heeft dus een milieuvoordeel:

  • Volg het doseeradvies, maar kijk ook of je met minder schoonmaak- of wasmiddel toe kan. Bij wasmiddelen is dit bijvoorbeeld afhankelijk van hoe vuil de was is, de waterhardheid in je gemeente en de belading van de machine. In Nederland is de waterhardheid meestal zacht tot gemiddeld. Check de waterhardheid in jouw gemeente.
  • En soms kan het zelfs nog minder dan de aanbevolen hoeveelheid. Niet al te vervuild wasgoed bijvoorbeeld blijkt zelfs met alleen water al redelijk schoon te worden.

Keurmerk en gevaarlogo 

Een milieukeurmerk (dat goed scoort op milieu in de Keurmerkenwijzer van Milieu Centraal) op een schoonmaakmiddel geeft aan dat het product minder (tot geen) gevaarlijke stoffen bevat. Een logo met een dode vis en boom betekent dat het schoonmaakmiddel in de gekochte concentratie giftig is voor in het water levende organismen. Zorg dat dit middel nooit rechtstreeks in het milieu komt.

Hoe herken je duurzame schoonmaakmiddelen?

Warm water

Je zou het misschien niet bedenken, maar de belangrijkste milieubelasting van schoonmaken is: het gebruik van warm water. Zeker als daarvoor fossiele brandstoffen zijn verbrand en dus CO2 is uitgestoten.

Een hygiënische keuken

Ook in de keuken zijn speciale schoonmaakmiddelen niet nodig. Als je eten kookt, maak je werkvlak dan na gebruik snel schoon. Spoel het aanrecht na met water en droog dit goed. Houd rauw en gekookt voedsel altijd gescheiden. Gebruik hiervoor ook niet dezelfde snijplank of hetzelfde mes.

Slecht voor je gezondheid?

Sommige parfums en conserveermiddelen in schoonmaakproducten kunnen tot allergische reacties leiden bij mensen die daar gevoelig voor zijn. Koop bij voorkeur een schoonmaakmiddel zonder parfum of conserveermiddel. Deze ingrediënten hebben over het algemeen ook nog vaak een relatief hoge milieubelasting. Diverse merken zijn zonder kleur- en geurstoffen en sommige ook zonder conserveermiddelen. Dit staat dan vaak duidelijk op de verpakking.

Denk aan de dosering

Let vooral bij compacte wasmiddelen op dat je niet te veel gebruikt: het milieuvoordeel is juist dat je van deze middelen minder hoeft te gebruiken.

Gootsteen ontstoppen

Leg een zeefje in je gootsteen, dan heb je vaak geen gootsteenontstopper nodig. Raakt je afvoer toch verstopt, probeer dit dan eerst op te lossen met een rubberen gootsteenontstopper. Ook kun je een ontstoppingsveer gebruiken. Dit is een lange metalen spiraal die door de buis kan worden geduwd en gedraaid. Of maak de zwanenhals los om de oorzaak te verwijderen. Gebruik liever geen chemische ontstopper, die is bijtend voor de huid. Gebruik je het wel, volg dan goed de gebruiksaanwijzing.

Beperk je afval

Hoe minder schoonmaakmiddelen je gebruikt, hoe minder verpakkingsafval er overblijft. Kies daarom zoveel mogelijk voor navulverpakkingen en compacte (was)middelen, die verbruiken minder verpakkingsmateriaal. Sommige winkels en leveranciers bieden de mogelijkheid om een lege verpakking zelf opnieuw te vullen.

Kijk op de Afvalscheidingswijzer hoe je een lege verpakking van schoonmaakmiddelen het beste kunt afdanken. Maak de verpakking zo leeg mogelijk. Gebruik bij afwasmiddel ook het laatste restje door het met wat water eruit te halen. Ook zijn er regels voor wat je het beste met restanten kunt doen. Huishoudelijke reinigingsmiddelen belanden bij normaal gebruik ook in het riool (denk aan wasmiddelen, of een sopje). Het beste is natuurlijk om de middelen op te gebruiken, maar als dat niet kan: een restant (maximaal een tiende) van (af)wasmiddelen of allesreinigers mag door de gootsteen gespoeld worden, als daarmee de verpakking gerecycled kan worden. Maar restanten van agressieve schoonmaakmiddelen als chloor, ammonia en gootsteenontstopper kun je het beste met verpakking en al bij het restafval gooien.


Meer informatie over schoonmaken

  • De Vereniging van Zeepfabrikanten legt uit over duurzaam schoonmaken
  • Op Waarzitwatin lees je welke stoffen er in schoonmaakmiddelen zitten.
  • De Consumentenbond geeft onder meer schoonmaaktips per apparaat
  • De Keurmerkenwijzer checkt keurmerken voor schoonmaakmiddelen