Vogelvriendelijke tuin

vogel in boom

Diervriendelijke tuin

Tuintips Ontdek tips om je tuin gastvrij in te richten voor bijen, vlinders, egels en andere dieren. Bekijk de tips
Vogels in je tuin zijn leuk om naar te kijken en zorgen voor een vrolijk gekwetter. Ook helpen ze bij het bestrijden van plagen in de tuin. Wil jij graag meer vogels in je tuin? Zorg dan voor voldoende beschutting, voedsel, water en nestplekken. Met deze tips maak je jouw tuin vogelvriendelijk.

Vogels spelen een nuttige rol in de tuin. Zo zijn verschillende vogelsoorten (zoals lijsters) bijvoorbeeld dol op slakken. Insectenetende vogels zorgen dat insecten minder snel een plaag vormen. Zo is de koolmees een uitstekende bestrijder van de eikenprocessierups. Of je nu een kleine stadstuin, grote tuin of alleen een balkon met planten in potten hebt: door rekening te houden met de beplanting, het onderhoud en de inrichting van je tuin (of balkon), kun je vogels een handje helpen.

Tips voor een vogelvriendelijke tuin

  1. 01

    Zorg voor een tuin met veel groen en weinig verharding: maak minimaal 60% van je tuin groen. Op die manier bied je vogels voldoende beschutting.

  2. 02

    Varieer zoveel mogelijk met je beplanting: een combinatie van gras, struiken en hagen (hoge en lage), bodembedekkende inheemse planten, jonge en oude beplanting, en planten bloeiend in verschillende jaargetijden zorgt het hele jaar door voor voldoende schuilplekken en voedsel.

  3. 03

    Zorg voor bomen en planten die bessen leveren en zet veel verschillende soorten bessendragende planten in je tuin. Bekijk de vogelvoedselkalender.

  4. 04

    Zet bomen in je tuin. Bomen bieden vogels voedsel en dienen als rust- en nestplekken.

  5. 05

    Vogels eten graag bodemdieren en insecten. Creëer daarom plekjes in je tuin voor deze dieren met tuinafval, een composthoop of hoopjes stenen.

  6. 06

    Vermijd chemische bestrijdingsmiddelen. Deze doden insecten waardoor er minder voedsel overblijft voor vogels. Bovendien kunnen vogels zelf ook sterven of minder jongen krijgen als ze in aanraking komen met het gif.

  7. 07

    Zorg voor struiken en bomen met verschillende hoogtes. Zo bied je nestplekken voor verschillende vogelsoorten die houden van verschillende nesthoogtes.

  8. 08

    Help vogels een handje bij het vinden van een goede broedplek en hang nestkasjes op.

  9. 09

    Zorg voor water in de tuin waarin vogels kunnen badderen en waaruit zij kunnen drinken. Heb je geen plek voor een vijver, zet dan een waterschaal neer.

Veel voorkomende tuinvogels

In je tuin kun je verschillende soorten vogels tegenkomen. Er zijn drie soorten vogels die je in de stad kunt tegenkomen:

  • Stadsminnende of stadsgebonden soorten
  • Stadsmijdende soorten: deze kun je bij toeval aan de randen van de stad aantreffen
  • Neutrale soorten: deze voelen zich zowel in de stad als op het platteland thuis

Vooral voor stadsgebonden vogels is het belangrijk dat je je tuin gastvrij inricht. Niet alleen je tuin kun je aantrekkelijk maken voor vogels. Ook met een groen dak lok je vogels naar jouw buurt. Bekijk hieronder een aantal veel voorkomende tuinvogels. Via de Postcode Check van de Vogelbescherming kun je achterhalen welke soorten vogels in jouw omgeving leven en hoe je deze naar je tuin trekt.

Bied voldoende beschutting

Vogels houden van dichte begroeiing waar ze veilig en uit het zicht kunnen schuilen. Ook maken insecten en andere kleine dieren die vogels graag eten, gebruik van schuilplaatsen. In een kale, strakke en bestrate of betegelde tuin hebben vogels dus weinig te zoeken. Maak daarom minimaal 60% van je tuin groen.

Aantrekkelijke schuilplekken voor vogels

Als je voldoende schuilplekken wil creëren voor vogels, zorg dan voor voldoende beplanting en wissel zoveel mogelijk af. Een combinatie van gras, struiken en hagen (hoge en lage), bodembedekkende inheemse planten, jonge en oude beplanting, en planten bloeiend in verschillende jaargetijden zorgt het hele jaar door voor voldoende schuilplekken.

Heggen, bomen en struiken

Bomen en struiken met een dichte takkenstructuur zijn aantrekkelijke schuilplaatsen voor vogels. Ook een haag vinden ze vaak een fijne, veilige plek. Voor hagen zijn vogelvriendelijke keuzes bijvoorbeeld haagbeuk, hondsroos, liguster, meidoorn, taxus, veldesdoorn en vuurdoorn. Voor klimplanten kan je bijvoorbeeld kiezen voor blauweregen, hop, klimop, vuurdoorn, wilde bosrank, wilde kamerfoelie en winterjasmijn. Ook struiken met doornen en stekels zijn fijne schuilplaatsen. Bomen zorgen voor rust- en nestplekken op hoogte. Als er voldoende dichte begroeiing is, kunnen vogels daar veilig uit het zicht zitten.

Koop je nieuwe planten, bomen, bloemen of struiken? Kies dan bij voorkeur voor inheemse soorten. Dat zijn soorten die hier van nature in een gebied voorkomen. Daarmee ondersteun je de inheemse biodiversiteit en zorg je dat er voldoende voedsel is voor vogels. Kies niet alleen voor mooie planten. Lang niet alle beplanting is aantrekkelijk voor vogels. Op de website van de Vogelbescherming vind je lijsten van beplanting (bomen, heesters, hagen, klimplanten, één- en tweejarige planten en vaste planten) die vogelvriendelijk zijn.

Ga je snoeien? Doe dit dan het liefst buiten het broedseizoen: het broedseizoen is van 15 maart tot 15 juli. Snoei niet alle struiken tegelijk. Zo zijn er altijd schuilplaatsen in je tuin. Laat stengels en bladeren liggen. Insecten kunnen zich hieronder verschuilen of vogels kunnen het gebruiken als nestmateriaal.

Nestkastjes

Als je nestkastjes ophangt, bied je vogels niet alleen een mooie plek om te broeden, maar ook om te slapen en schuilen voor slecht weer of roofdieren zoals katten. Hieronder lees je waar je op kunt letten als je een nestkastje ophangt.

nestkast aan boom voor vogels

Zorg voor voldoende voedsel

Vogels eten vooral vruchten van bomen en struiken, en bodemdieren zoals regenwormen, slakken en spinachtigen. Met de tips hieronder zorg je het hele jaar door voor voldoende voedsel voor vogels. Ook hier geldt: zorg vooral voor variatie in je beplanting. Je kunt ook variatie aanbrengen in je tuin met andere elementen zoals: een vijver, stapelmuurtje, pergola, composthoop of een takkenril.

Vogelvoedselkalender

Vogels lok je ook naar je tuin met bomen en struiken waar bessen, noten of andere vruchten aan zitten die ze kunnen eten. Op de vogelvoedselkalender vind je een overzicht van inheemse besdragende plantensoorten en andere voedselplanten. Je ziet ook in welke maanden deze plantensoorten bloeien en vruchten dragen. Snoei bessenstruiken pas in februari (aan het eind van de winter), als de vogels de bessen op hebben. Bessen en noten zijn ook aantrekkelijk voor plaagdieren als ratten en muizen. Plant daarom alleen planten van de vogelvoedselkalender als je zeker weet dat er geen ratten in de omgeving actief zijn. Ruim gevallen bessen en noten op.

Vergroot afbeelding
Vogelvoedselkalender - klik op het icoontje om in te zoomen.

Creëer nestplekken

Vogels hebben vaak voorkeur voor bepaalde (inheemse) bomen of struiken. Hiermee kun je specifieke vogels naar je tuin lokken. Vogels nestelen graag in natuurlijke heggen zoals veldesdoorn, liguster en beuk. Maar ook in groenblijvende heggen als taxus en hulst. Stekelige struiksoorten die populair zijn bij vogels zijn meidoorn en vuurdoorn. Klimop die tegen een muur groeit, leent zich ook goed voor vogelnesten.

Zorg voor struiken en bomen met verschillende hoogtes. Zo bied je nestplekken voor verschillende vogelsoorten die houden van verschillende nesthoogtes. Zorg voor geleidelijke overgangen van hogere naar lagere beplanting. Ga je snoeien? Controleer dan eerst of er nog nesten in de struik of boom zitten.

jonge vogel in vogelnest

Nestkastjes

Met nestkastjes help je vogels aan een goede plek om te broeden. Doe dit al ver voorafgaand aan het broedseizoen (najaar of winter). Vogels gaan al ruim voor de broedtijd op zoek naar mooie nestplekjes. Vogels kunnen dan alvast wennen aan hun nieuwe plek. Bovendien bied je hen een mooie slaapplek. Voor beschermde soorten zoals de huismus, gierzwaluw en spreeuw kun je op maat gemaakte nestkasten, kunstnesten of neststenen vinden. Als je een nestkastje ophangt in de tuin, moet je met een aantal dingen rekening houden. Want: een nestkast op een ongeschikte plek krijgt geen bewoners.

  • Zorg dat de vogel waar je een nestkast voor maakt of koopt in het kastje past. De maat van de invliegopening én de hoogte van de nestkast verschillen namelijk per vogelsoort.
  • Gebruik geen hout dat is behandeld met chemicaliën en schilder de nestkast niet.
  • Een nestkast dat al eerder is gebruikt, hoef je niet schoon te maken.
  • Zorg dat katten niet bij de nestkast kunnen komen. Hang de kast daarom op een hoge plek en zorg dat deze stevig vasthangt.
  • Sommige vogels broeden in kolonies zoals de huismus, spreeuw en de zwaluw. Hang voor deze vogels meerdere nestkastjes op.

De Vogelbescherming geeft ook tips voor het ophangen van een nestkast.

Nestkast voor gierzwaluwen en huismussen

Stappenplan Wil jij vogels graag een handje helpen? Bekijk dan het stappenplan voor het ophangen van een nestkast voor gierzwaluwen en huismussen. Bekijk het stappenplan

Vragen over nestkasten aan je huis

Nestmateriaal

Je kan vogels ook helpen met het ophangen van nestmateriaal zoals bundeltjes stro, hooi of wol. Ook modder, lange dennennaalden, snoeiafval, takjes en bladeren, korte stukjes katoen of linnen (in plukken, of korte draadjes of kleine lapjes), donsveertjes en huisdierharen (m.u.v. honden- en kattenharen die met anti-vlooienmiddel zijn behandeld) gebruiken vogels graag. Verwijder uitgebloeide bloemen niet meteen uit je tuin. Vogels gebruiken het pluis soms voor nestmateriaal.

Zorg voor voldoende water

Vogels hebben naast voldoende voedsel ook water nodig om te drinken en te badderen. Een vijver met een ondiep deel waar vogels kunnen staan is ideaal. Waterplanten in vijvers trekken ook nog extra insecten aan die vogels kunnen eten. Heb je geen vijver? Dan kun je met een waterschaal vogels ook een plek geven om te drinken en badderen.