Stappenplan: geveltuin

Plantjes water geven geveltuin
Wil je meer groen rondom je huis? Dan is een geveltuin een goed idee. Door een paar tegels te vervangen, zorg je zo voor meer ruimte voor planten. Milieu Centraal legt je stap voor stap uit hoe je een geveltuin aanlegt.

Geveltuintjes zijn kleine tuintjes tegen de gevel van een woning, vaak aan de straatkant van de woning. Een rijtje stoeptegels vervangen door groen biedt ruimte voor dieren en insecten. Ook dragen geveltuintjes bij aan een groene leefomgeving. Een groene leefomgeving werkt verkoelend tijdens hete dagen. En groen in plaats van bestrating helpt om meer water in de bodem vast te houden.

Kies je voor klimplanten die (eventueel via een raamwerk) tegen je gevel opklimmen? Dan wordt dat een groene gevel genoemd. Dit verticale groen helpt je huis koel te houden in warme periodes. Wil je een groene gevel aanleggen, in plaats van een geveltuin? Bekijk dan het stappenplan voor een groene gevel!

Subsidie in je geveltuin

Check voordat je aan een geveltuin begint bij je gemeente wat de regels zijn voor geveltuinen. Sommige gemeenten stimuleren geveltuinen met subsidie of halen de tegels voor je huis voor je weg. Op de Groenesubsidiewijzer zie je snel welke subsidies er in jouw gemeente zijn voor vergroening.

Subsidiecheck

Voor je begint: regels en plantkeuze

Als je een geveltuin wilt aanleggen, moet je eerst bij je gemeente checken of je stenen mag weghalen voor een geveltuin en wat de toegestane afmetingen zijn. In sommige gemeentes worden de stenen en het zand voor je opgehaald. Doen ze dit niet? Dan kun je de stenen opstapelen voor een insectenmuurtje, verticaal plaatsen als rand voor je geveltuin, of ze tweedehands aanbieden. Houd er rekening mee dat je kabels en leidingen kunt tegenkomen. Soms is het nodig een te doen. Hier vind je meer informatie over het doen van een klick-melding. Als je in een huurwoning woont, moet je ook overleggen met je verhuurder.

Plantkeuze

Denk goed na over welke planten je neerzet. Houd rekening met de hoeveelheid zonlicht, de vochtigheid van de grond en hoe groot de planten uiteindelijk worden. Als je planten de juiste plek geeft, blijven ze gezonder en vragen ze minder onderhoud.

Een paar vuistregels voor het kiezen van planten:

  • Kies voor planten, zaden en bollen met een keurmerk, zoals On the way to PlanetProof, EU Biologisch of MPS-A+. Die zijn duurzaam gekweekt en niet giftig voor bijen.
  • Plantensoorten die van nature in Nederland voorkomen (inheems), zijn beter voor de natuur. Ze vragen ook minder onderhoud, omdat ze gewend zijn aan het klimaat in Nederland. 
  • Geef planten de juiste plek, dan blijven ze gezonder en groeien ze beter. Denk na over de vochtigheid van de bodem en de hoeveelheid zonlicht op gekozen plek. Komt de geveltuin op een zonnige plek? Dan kun je kiezen voor planten zoals stokroos, salie, vetplanten, siergrassen of klimrozen. In de schaduw komen akelei, anemoon, vingerhoedskruid, varens of clematis goed tot hun recht.
  • Kies vaste planten, die gaan lang mee. Ga bij voorkeur voor kleine planten, zaden of bollen. Planten die al groot zijn opgekweekt hebben een grotere milieubelasting.
  • Bloeiende planten zijn goed voor allerlei bestuivers, zoals bijen, hommels en vlinders. Zorg voor een ‘bijenboog’: bloeiende planten van het vroege voorjaar tot het late najaar. Bessendragende planten of planten met zaden zijn favoriet bij vogels.
  • Gebruik je het zand dat onder de tegels ligt om te mengen met de grond in je tuin? Houd er dan rekening mee dat de bodem wat schraler is en pas je plantenkeuze daarop aan.
  • Je kunt het beste kiezen voor bollen of zaden, maar ook planten die al tot kleine plantje zijn opgekweekt. Kies in dat laatste geval niet voor al te grote planten, die hebben een grotere milieubelasting dan kleine planten.

Wanneer je gaat graven met een machine is een Klic melding verplicht. Ga je met de hand graven dan is een Klic melding niet verplicht maar wordt het aangeraden bij een diepte van meer dan 40 cm. Dit om te voorkomen dat aansprakelijkheid van eventuele schade bij jou komt te liggen.

Voorbereiding

  • Reken uit hoeveel tuinaarde je nodig hebt. Is de zandlaag onder de tegels minder dan 10 cm en ligt daaronder tuinaarde? Dan hoef je niet precies uit te rekenen hoeveel nieuwe tuinaarde je nodig hebt. Je kunt het zand omspitten met de aarde onder de zandlaag. Eventueel kun je bij droge aarde alsnog wat nieuwe tuinaarde inmengen. Is de laag meer dan 10 cm? Bekijk dan hoeveel cm zand je moet weggraven om een laag van 10 cm over te houden. Bereken met behulp van het oppervlak van de weg te halen tegels en de diepte van de weg te halen zandlaag hoeveel m3 nieuwe tuinaarde je nodig zult hebben. Ter illustratie: je graaft 10 cm zand af voor een oppervlakte van 4x5 meter. Je hebt dan 4x5x0,1=2 m³ tuinaarde nodig om dit weer op te vullen. 

  • Veen zorgt voor een flinke milieubelasting. Kies milieuvriendelijke tuinaarde op basis van kokosvezels of met duurzaam geoogst veen. Let ook op keurmerken zoals MPS Potgrond, RHP en Quality Mark Good Soil.

Kosten en subsidies

Voor het aanleggen van een geveltuin van 50 cm diep en 2 meter breed ben je aan (duurzame) tuinaarde en inheemse planten ongeveer € 80 kwijt. Kies je voor zaden in plaats van voor plantjes, dan valt het goedkoper uit. In sommige gemeentes is er een regeling voor vergroenen met behulp van een geveltuin. Kijk op de Groenesubsidiewijzer.

 

Stappenplan geveltuin

Tijd: ongeveer 8 uur
Bewaar dit stappenplan
Akkoord en verzenden
U moet aangeven dat geen robot bent.
Plantjes water geven geveltuin

Wat heb je nodig?

1. Check bij je gemeente

Kijken op telefoon check

Verwijder niet zomaar stoeptegels voor je huis, maar check bij je gemeente wat de regels rondom geveltuinen zijn. Sommige gemeentes helpen zelfs een handje door de tegels en het zand te verwijderen. 

Check of er in jouw gemeente subsidies zijn voor vergroening in de Groenesubsidiewijzer.

2. Verwijder de tegels

Tegels wippen voor geveltuin

Ga je de tegels zelf verwijderen? Wrik de tegels dan los met de spade. Gebruik de tegels voor een stapelmuurtje in je tuin, plaats ze verticaal in de grond als rand voor je geveltuin of maak er een watergootje mee als je de regenpijp afkoppelt. Je kunt de tegels ook tweedehands aanbieden.

3. Graaf het zand af

Zand scheppen uit de geveltuin

Controleer hoe diep de zandlaag is tot je bij tuinaarde uitkomt. Is dit meer dan 10 cm? Graaf het zand dan af tot maximaal 10 cm. Bepaal of je het zand liever weg doet of in de tuin kunt gebruiken. Doe je het weg? Onderzoek dan of je het zand bij de gemeente kwijt kunt of eventueel bij een grondbank. Als je het wilt gebruiken, kijk dan of je het wilt inmengen en als vulling voor plantenpotten wilt gebruiken. Meng hiervoor zand met tuinaarde en compost in ongeveer de volgende verhouding: 70% tuinaarde, 10% compost en 20% zand.

4. Meng verse tuinaarde in

Aarde in de geveltuin

Bij een zandlaag van 10 cm of minder kun je deze omspitten met de aarde eronder. Zorg dat je in totaal een laag van 30 cm omspit. Je kunt eventueel wat extra nieuwe tuinaarde toevoegen als de omgespitte grond te droog is. Heb je zand afgegraven tot je nog een laag van maximaal 10 cm overhield? Meng dan de overgebleven 10 cm zand met nieuwe tuinaarde en eventueel met de onderliggende aarde laag. Zorg ook hier dat je minimaal 30 cm omspit.

 

Let bij tuinaarde op het keurmerk met behulp van de Keurmerkenwijzer.

5. Plant of zaai de beplanting

Geveltuin krijgt planten

De grond is nu klaar om beplant of ingezaaid te worden! De eerste periode hebben de planten net wat extra water nodig om goed aan te slaan. Gebruik bij voorkeur regenwater.

Met boomschors , houtsnippers of bodembedekkers  kun je de onbegroeide grond bedekken. Zo droogt de grond minder snel uit.

Veelgestelde vragen over geveltuinen