Planten en bomen kiezen
Als je kiest voor inheemse planten op de juiste plek, draag je bij aan de
. Bovendien zijn je planten dan beter bestand tegen plagen en ziekten, omdat zij optimaal zijn aangepast aan hun omgeving. Kies bij voorkeur voor planten met een milieu-keurmerk of kweek je planten zelf op. Op die manier houd je de milieu-impact van je tuin zo laag mogelijk. Zorg ook voor bomen, struiken en planten met een dichte takkenstructuur en eetbare vruchten. Zo maak je je tuin gastvrij voor vogels en andere dieren.
Planten die ergens van nature voorkomen noem je inheemse planten. Als je zelf planten plant is het voor de biodiversiteit belangrijk om te kiezen voor inheemse planten. Soorten die hier al van oudsher voorkomen ondersteunen andere planten en dieren die van oudsher in de omgeving voorkomen.
Tips voor natuurlijke beplanting
-
01
Vermijd invasieve exoten: dit zijn planten die hier niet thuishoren en zich snel voortplanten.
-
02
Kies voor gifvrij, inheems en lokaal (uit de omgeving) om de biodiversiteit te stimuleren.
-
03
Begin klein: het opkweken van planten, struiken en bomen is belastend voor het milieu, zeker ook wanneer dit in een kas gebeurt. Kies daarom voor klein beginnen met kleine/jonge planten of zelfs voor het zelf opkweken uit bollen en zaden.
-
04
Pas je plantenkeuze aan bij de tuin. Kijk goed wat zonnige en schaduwrijke plekken zijn en onderzoek welke bodem jouw tuin heeft.
-
05
Kies voor verschillende soorten planten. Op die manier trek je ook verschillende soorten beestjes naar je tuin.
-
06
Kies voor planten die goed aangepast zijn aan een veranderend klimaat. Bijvoorbeeld planten die niet veel water nodig hebben; dan hoef je minder vaak te sproeien en bespaar je water. Kijk hiervoor op het labeltje bij de plant.
-
07
Zorg ervoor dat de tuin een groot deel van het jaar bloeiende planten heeft. Zo help je vlinders, bijen en andere nuttige insecten aan voedsel.
Vermijd invasieve exoten
Planten die hier niet van nature voorkomen noem je exoten. Ook exoten kunnen als voedsel dienen voor insecten, maar ondersteunen vaak niet de meest kwetsbare soorten die juist een steuntje in de rug nodig hebben (de is bijvoorbeeld zo’n exoot). Bovendien is er bij exoten een grotere kans dat ze de natuur uit balans brengen. Ze kunnen woekeren waardoor andere soorten in de knel komen. Op de Unie-lijst invasieve exoten kan je zien welke planten invasieve exoten zijn en op de deze lijst vind je schadelijke exoten die niet op de unielijst staan.
Van de vlinderstruik bestaan ook steriele varianten. Dat betekent dat zij geen risico vormen om een plaag te worden omdat zij onvruchtbaar zijn. Deze kunnen nog steeds gebruikt worden als voedselplant voor bestuivers.
Ga voor inheems en lokaal
Inheemse planten zijn planten die hier van nature voorkomen. Zij hebben zich over de afgelopen honderden jaren aangepast aan de fauna (dieren) in Nederland. Kies je voor lokale inheemse planten? Dan kies je voor planten die onderdeel zijn van het lokale ecosysteem en draag je bij aan de lokale biodiversiteit. Zij zijn voor hun voorplanting (verspreiding van zaden en bestuiving) vaak afhankelijk van lokale insecten en (dier)soorten. Ook zijn ze soms afhankelijk van lokale schimmels in de bodem voor een optimale groei. Andersom zijn lokale insecten ook weer afhankelijk van deze soorten voor hun voorplanting of voedsel. Gebruik deze tips als je planten aanschaft:
- Kijk voor je iets koopt welke inheemse planten spontaan in je tuin opkomen. Met behulp van de app van iNaturalist kun je ontdekken om welke soort het gaat en of het geen exoot is.
- Verzamel zaden van lokale wilde planten en zaai deze in je tuin. Check als je stekjes ruilt bij zadenbanken of de plantjes inheems zijn én uit de omgeving komen.
- Koop de 'wilde' variëteit (type) van een plant of boom, in plaats van een doorgekweekte variant. En check bij je aankoop of de plant of boom inheems is met behulp van sites zoals plantenvanhier.nl en wilde-planten.nl.
- In de Verspreidingsatlas vind je inspiratie voor inheemse alternatieven voor populaire uitheemse planten. Uitheems betekent niet automatisch slecht: ook uitheemse planten kunnen als voedsel dienen voor insecten. Vaak zijn dit alleen insecten die niet kieskeurig zijn voor hun voedsel. Meestal zijn dit niet de inheemse insecten die het moeilijk hebben en extra ondersteuning nodig hebben
Kies voor gifvrij en een keurmerk
Planten die goed zijn voor de biodiversiteit zijn vrij van (gif)stoffen (pesticiden). Pesticiden zijn niet alleen schadelijk voor de plaagdieren waarvoor ze bedoeld zijn maar ook voor insecten zoals bijen. Koop daarom het liefst biologische planten, dan weet je zeker dat er geen gif is gebruikt en lopen insecten geen gevaar. Vraag bij tuincentra om gifvrij geteelde producten of koop planten bij retailers die zich hebben aangesloten bij de 'Ambitie gewasbescherming in de sierteelt'. Op de Biotuinwijzer vind je een overzicht van natuurlijkvriendelijke en/of biologische tuinen en kwekerijen.
Keurmerken zoals EU-biologisch, EKO en Demeter garanderen dat planten, bollen en zaden gifvrij zijn. Het keurmerk On the way to PlanetProof stelt hoge eisen op het gebied van duurzaamheid. Controleer altijd goed het logo, want sommige logo’s kunnen misleidend zijn. Een logo met bijvoorbeeld een bijtje betekent niet per se dat een plant bijvriendelijk is.
Begin klein
Breng bij voorkeur zelf je planten groot in je eigen tuin. Hoe groter de plant bij aankoop is, hoe groter de milieubelasting voordat de plant in de tuin staat. Het opkweken van planten en hun transport kost namelijk land, water en energie. Daarnaast worden er vaak gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest gebruikt. Ook worden planten vaak opgekweekt in grond waar turf inzit. Bij het winnen van turf komt veel vrij. Bij meerjarige planten is de milieubelasting kleiner: eenmaal gekweekt heb je er nog jaren plezier van. Kies dus voor meerjarige planten en voor kleine planten, zaden en bollen. Of ruil stekjes of zaden met buren en vrienden.
CO2 is de afkorting van koolstofdioxide. Het wordt ook wel koolzuurgas genoemd. De twee belangrijkste bronnen van CO2 zijn fossiele brandstoffen en verandering van landgebruik.
Heel lang geleden - in vroege geologische tijdperken - is koolstofdioxide vastgelegd door bomen en andere organismen. Daaruit zijn uiteindelijk fossiele brandstoffen (aardolie, steenkolen, aardgas) gevormd. Bij het verbranden van deze fossiele brandstoffen komt de CO2 weer vrij.
Kies de juiste planten voor jouw tuin
De kans op een mooie, gezonde tuin is veel groter als je uitgaat van de natuurlijke situatie. Een plant die op de goede plek staat, leeft langer en is gezonder waardoor hij minder vatbaar is voor plagen. Kies daarom voor planten en struiken die bij jouw tuin passen en plant ze op een plaats waar ze goed gedijen.
Breng je tuin in kaart
Als je een nieuwe tuin aanlegt of je oude opnieuw inricht, is het slim om de tuin vooraf in kaart te brengen: waar komt veel zon, welke plaatsen liggen in de schaduw? Wat is de grondsoort, hoe vochtig of juist droog is het lokaal? Als er al planten in je tuin staan, noteer dan ook of ze floreren: dat zijn soorten die het in jouw tuin goed doen. Je kunt dan op zoek gaan naar vergelijkbare plantensoorten.
Op schaduwrijke plekken met een vochtige bodem voelen planten met een groot, dun bladoppervlak zich prettig; zij verliezen namelijk veel water. Planten met een klein, dik en leerachtig blad doen het goed op een droge, hete plek. Bodembedekkers helpen voorkomen dat de bodem uitdroogt. Zet ze bijvoorbeeld onder bomen: die onttrekken vaak veel vocht aan de grond.
Maak ruimte voor planten
Zorg ook dat nieuwe planten plek hebben in je tuin om te groeien. Heb je niet voldoende ruimte? Maak dan eerst ruimte door bijvoorbeeld tegels te wippen of bijvoorbeeld de schutting te vervangen door een haag. Zet jonge planten niet te dicht op elkaar: na verloop van tijd verdringen ze elkaar.
Mix van soorten planten en bomen
Meer biodiversiteit in je tuin krijg je door meer soorten planten te planten. De juiste mix op de juiste plek trekt insecten aan en daar komen weer vogels op af. Als je verschillende soorten planten in je tuin plaatst, is de kans ook kleiner dat een vraatinsect snel grote schade aanricht. Denk bij afwisseling ook aan water en hoogte. Zo doen inheemse vijverplanten het goed bij een vijver of wadi (een kuil die regenwater opvangt). Met stenen of een zandhellinkje kun je inheemse klim- of rotsplanten laten klimmen. Heb je een grasveld? Een gazon alleen draagt niet veel bij aan de biodiversiteit. Je kunt kruidenzaden door je graszaad mengen bij het inzaaien of een stuk gras inruilen voor een inheemse bloemenweide. Hoe meer inheemse soorten een plek krijgen des te groter wordt de biodiversiteit van je tuin.
Ga voor klimaatbestendige planten
Door klimaatverandering worden onze winters natter, maar krijgen we in de zomer vaker droge periodes. Vermijd daarom planten die slecht kunnen omgaan met droogte. Een voorbeeld is de hortensia: deze plant heeft veel water nodig. Kies in plaats daarvan voor planten die beter bestand zijn tegen droogte zoals kruiptijm, blauwgras en wild kattenkruid.
Bomen zorgen voor verkoeling
Schaduw helpt het beste tegen hitte. Daarom zorgen bomen in je tuin voor verkoeling tijdens hete zomers. Kies voor bomen die goed tegen de droogte en tegen felle zon kunnen. Zonnebrand (schade door felle zon) komt voor bij bomen zoals esdoorn, kastanje, haagbeuk, beuk, es, beverboom, els en linde.
Kies voor dakbomen zoals moeraseiken, linde en moerbei: dit zijn bomen waarvan de takken in parasolvorm geleid en gesnoeid zijn. Hierdoor zijn ze geschikt om onder te zitten in de schaduw. Heb je geen plek voor een grote boom? Kies dan voor een leiboom of pergola.
Houd rekening met de windrichting bij het planten van bomen. Bomen houden wind tegen, maar een briesje kan juist fijn zijn tijdens een hete, droge zomer. Let bij het planten van bomen ook op de stand van zon in jouw tuin. Je wilt het liefste schaduw tussen 12:00 en 16:00 uur. Kijk waar de zon op dat tijdstip staat in jouw tuin en plant de boom op de juiste plek.
Wegvangen van fijnstof
Bomen vangen ook fijnstof weg. Kies voor verschillende soorten bomen en struiken die verschillende soorten fijnstof wegvangen. Planten met een harig blad met een dikke waslaag kunnen het beste fijnstof wegvangen. Planten met grote bladeren zijn goed in het wegvangen van verontreinigende gassen. Ook naaldbomen en groene loofbomen kunnen de lucht goed filteren.
Kies voor voedselplanten
Met voedselplanten voor bijen, vogels en andere (kleine) dieren ondersteun je lokale diersoorten optimaal. Planten en bloemen die aantrekkelijk zijn voor dieren houden het natuurlijk evenwicht in de tuin in stand. Nectarrijke bloemen trekken insecten aan die op hun beurt weer worden gegeten door vogels. Bloemzaden zijn een lekker maaltje voor vogels en knaagdieren. Vogels zijn handige hulpjes bij de bestrijding van luizen en slakken, en ook egels en spitsmuizen eten graag slakken.
Voedselplanten voor insecten
Wilde bijen halen nectar en stuifmeel op klokjessoorten (Campanula), bramen, speenkruid en struikheide. Honingbijen worden aangetrokken door klimop, slangenkruid en tijm. Kies bloemen die in verschillende maanden bloeien: bijen hebben van het voorjaar tot in de herfst bloeiende planten nodig.
Let op de bloeiwijze
Aan de bloeiwijze van bloemen kun je zien of bijen goed bij het stuifmeel en de nectar kunnen. Gecultiveerde tuinplanten zijn vaak frustrerend voor insecten die van stuifmeel en nectar leven. Deze hebben vaak dubbelgevulde bloemen: de gevulde bloem zorgt ervoor dat ze niet bij de voedselbron kunnen komen. Vaak hebben deze gevulde bloemen ook geen meeldraden meer en valt er dus ook geen stuifmeel te halen. Kies daarom voor enkelvoudige bloemen.
Voedselplanten voor vogels
Op de kalender hieronder vind je verschillende vogelvriendelijke struiken en bomen die oorspronkelijk in Nederland voorkomen. Planten en bomen die aantrekkelijk zijn voor vogels zijn bijvoorbeeld meidoorn, hazelaar, wilde liguster en hulst. Omdat ze in verschillende maanden vruchten geven, kunnen vogels elk seizoen smullen van besjes, noten, kersen en andere vruchten.
Beschutting voor dieren
Je maakt jouw tuin ook gastvrij voor dieren door te kiezen voor planten, struiken en bomen waar dieren beschutting en nestplekken kunnen vinden. Bomen trekken vogels, kleine dieren en insecten aan die op zoek zijn naar voedsel, beschutting en een geschikte nestplaats. Vooral bomen en struiken met een dichte takkenstructuur, een ruwe schors, bloemen en eetbare vruchten zijn aantrekkelijk voor dieren. De inheemse Zomereik heeft bijvoorbeeld een nauwe relatie met wel 400 diersoorten.
Ook als je weinig ruimte hebt, kun je met bomen en struiken een gevarieerde tuin aanleggen die aantrekkelijk is voor dieren. Lijsterbes en vogelkers blijven klein en zijn geliefd bij vogels. Sleedoorn is een goede gastheer voor talloze insecten die als voedsel dienen voor vogels en vleermuizen. Vogels nestelen graag in natuurlijke heggen zoals veldesdoorn, liguster en beuk. Maar ook in groenblijvende heggen als taxus en hulst. Klimop groeit tegen de muur en leent zich ook goed voor vogelnesten.
Planten tegen plagen
Bij het kiezen van planten voor je tuin kun je ook planten kiezen die helpen bij het tegengaan van plagen en onkruid. Heb je bijvoorbeeld vaak last van slakken in je tuin? Overweeg dan om planten te kiezen waar slakken niet van houden. En als je veel last hebt van onkruid, kies dan voor inheemse bodembedekkers. Door deze bodembedekkende planten te plaatsen op kale plekken in je tuin, voorkom je dat onkruid kan groeien.
Anderen keken ook naar
Voordelen van een groene tuin
Groene tuinen zijn oases in een dorp of stad. Vogels, insecten en andere dieren vinden hier voedsel en schuilplaatsen. Ook zit je er zelf in de zomer koeler...
Tips tegen wateroverlast in de tuin
Hoosbuien zorgen steeds vaker voor wateroverlast. Met een groene tuin, het opvangen van regenwater en groen dak help jij om wateroverlast te verminderen.
Tips voor bijen en insecten
Bijen, vlinders en andere insecten zijn belangrijk voor de natuur en ons voedsel. Zo bestuiven bijen en vlinders bloemen en helpen lieveheersbeestjes bij...