• Dierlijke producten zoals vlees, zuivel, kaas en eieren hebben een grote klimaatimpact. Eet deze dus met mate voor een lagere klimaatbelasting en minder verlies aan biodiversiteit.
• Het Voedingscentrum adviseert voor de gezondheid om maximaal 500 gram vlees per week te eten. Eet je meer dan 500 gram vlees per week, probeer dan minder vlees te eten.
• Je kunt er ook voor kiezen om minder of helemaal geen vlees eten. Vervang je vlees vaker door bijvoorbeeld peulvruchten, ongezouten noten, ei of vleesvervangers. Kies wel volwaardige vervangers met genoeg eiwit, ijzer, vitamine B12 en/of B1.
• Eet voldoende zuivel en kaas voor je gezondheid, maar niet meer dan je nodig hebt. Voor een volwassene zijn dat 2-3 kleine porties zuivel zoals melk, yoghurt of magere kwark en zo’n 40 gram kaas per dag.
• Wil je (minder) of kun je geen zuivel gebruiken? Kies een alternatief met genoeg eiwit, zoals een sojadrink, waar ook calcium en vitamine B12 aan is toegevoegd.
• Als je besluit om wel vlees, zuivel of ei te eten, kies dan een product met een topkeurmerk voor beter dierenwelzijn en minder schade aan het milieu. Biologische producten zijn beter voor de biodiversiteit en bodemkwaliteit. Biologische producten of met het Beter Leven 3 sterren keurmerk zijn beter voor het dierenwelzijn.

Lees meer over vlees, vis of vega.

• Voor je gezondheid is het goed om 1 keer per week (vette) vis te eten.
• Kijk op het etiket of vraag je visboer waar en hoe de vis is gevangen of gekweekt. Check daarna in de VISwijzer (app en website) of deze vis duurzaam is.
• Kies vis met een keurmerk. De twee topkeurmerken voor vis zijn MSC voor duurzame visserij en ASC voor verantwoorde kweekvis.
• Verse vis is kort houdbaar. Koop alleen verse vis als je zeker weet dat je het voor de ‘te gebruiken tot’ ofwel TGT-datum opeet. Kies anders voor vis uit de diepvries.

Lees meer over vis.

• Koop zo min mogelijk groente en fruit die zacht zijn en snel bederven, uit overzeese landen. Deze zijn vaak ingevlogen. Omdat ze zo kwetsbaar zijn, hebben ze vrij veel verpakkingsmateriaal nodig voor bescherming.
• Koop in de winter geen vers zacht fruit, omdat het dan vaak met het vliegtuig komt of wordt verbouwd in een verwarmde kas.
• Kies voor groenten van een akker in Nederland, tijdens het vollegrondseizoen.
• Koop groente en fruit uit de diepvries of in glas of blik indien het product niet in het seizoen is of als je er niet zeker van bent het binnen de houdbaarheidsdatum op te eten.
• Let op topkeurmerken zoals On the way to Planet Proof en EU-biologisch, EKO en Demeter. In de keurmerkenwijzer check je alle keurmerken op groente en fruit.

Lees meer over groente en fruit.

Wetenschappers hebben gekeken naar de vraag hoe in 2050 10 miljard mensen zowel gezond als duurzaam kunnen eten. Ze kwamen tot een optimaal voedingspatroon voor gezondheid, welzijn, en binnen de draagkracht van de planeet.

Dit optimale en gezonde voedingspatroon bestaat gemiddeld uit ongeveer:

• met name groente (300 g/dag)
• fruit (200 g/dag)
• zuivel (250 g/dag)
• volkoren producten (232 g/dag)
• peulvruchten incl. pinda’s (100 g/dag)
• noten (25 g/dag)
• onverzadigde olie (40 g/dag)
• een kleine tot matige hoeveelheid vis en schaaldieren (28 g/dag) en gevogelte (29 g/dag)
• geen of weinig rood vlees (max. 7 gram/dag)
• varkensvlees (7 g/dag)
• Zetmeelachtige groenten (max. 50 g/dag)

Als er van dit optimale voedingspatroon wordt afgeweken door iets teveel rood vlees of zuivel te eten, kan het al moeilijk haalbaar worden om 10 miljard mensen op een gezonde manier te voeden.

Nee, in een milieuvriendelijk en gezond voedingspatroon kan ook nog een beetje vlees, zuivel en eieren worden gegeten. Maar alleen als deze dieren voer eten dat niet geschikt is voor consumptie door mensen. Dieren kunnen bijvoorbeeld grazen op land dat niet geschikt is voor het verbouwen van voedsel, zoals heide of dijkjes. En dieren kunnen bijvoorbeeld resten van geoogste gewassen eten of resten uit de voedingsindustrie. Zo wordt voedsel en land dat niet geschikt is voor menselijke consumptie toch nuttig gebruikt. Op die manier kunnen dieren toch bijdragen aan een duurzaam voedselsysteem.

Voor een voor de aarde houdbaar eetpatroon moet de gemiddelde vleesconsumptie wel flink omlaag: in Nederland moeten we dan de hoeveelheid vlees die we eten terugbrengen naar minder dan een kwart van wat we nu eten.

Voedselproductie is wereldwijd verantwoordelijk voor 21 tot 37% van alle broeikasgasemissies. Naast broeikasgasuitstoot heeft ons voedselsysteem ook op andere manieren invloed op het milieu. De meest belangrijke zijn landgebruik en het veranderen van natuur in landbouwgrond, verzuring van de bodem of water, zoetwatergebruik, vermesting (te veel voedingsstoffen zoals fosfaten en nitraten in het water) en verlies van biodiversiteit.

Lees meer over Eten en drinken

Lokaal geproduceerd voedsel is niet automatisch duurzamer. Het hangt er vanaf of de boer milieuvriendelijk werkt. Vraag de boer wat hij of zij doet aan verduurzaming.

Het kan zijn dat eten van iets verder weg duurzamer wordt geproduceerd dan eten van dichterbij. Meestal is de impact van transport relatief klein, behalve als het wordt ingevlogen. Vervoer per vliegtuig heeft een veel hogere klimaatbelasting dan transport over de weg, het spoor of over water. Probeer dus geen ingevlogen producten te kopen. Vooral producten die snel bederven zoals zacht fruit worden met het vliegtuig vervoerd.

Het beste kun je groente en fruit kopen die in Nederland in de volle grond worden geteeld. Groente en fruit die worden geteeld in de verwarmde en verlichte glastuinbouw, hebben door het gebruik van aardgas een hogere klimaatbelasting. Groente en fruit die worden ingevlogen hebben de hoogste klimaatbelasting. Sommige telers verbouwen hun groente en fruit op meer milieuvriendelijke wijze. Kijk op de Keurmerkenwijzer om te zien welke topkeurmerken een duurzamere teelt van groenten en fruit garanderen. 

Wát je eet is belangrijker voor de milieu-impact dan in wat voor verpakking het zit. Toch zijn zinloze verpakkingen natuurlijk zonde van de energie en grondstoffen. Probeer waar mogelijk verpakkingen te voorkomen.

Soms hebben verpakkingen nut. Verpakkingen kunnen voedselverspilling voorkomen door producten langer goed te houden. De impact van verspild eten is groter dan de impact van de verpakking. Koop alleen voedsel zonder verpakking als je zeker weet dat je het op tijd op eet.