Bespaartest: 12 makkelijke tips

Bespaartest

Tips om te besparen 12 makkelijke manieren om jouw energierekening te verlagen!
Heb je de bespaartest gedaan? Ontdek hoe je de 12 bespaartips in de praktijk brengt.

De tips hieronder horen bij de Bespaartest. Je kunt de tips hieronder meteen toepassen. Maar het is ook leuk om eerst de test te doen, als je dat nog niet hebt gedaan.

1. Douche maximaal 5 minuten

Met een douchecoach (klein digitaal klokje), zandloper of kookwekker houd je simpel je douchetijd in de gaten. Hoe gebruik je hem?

  • Hou 1 keer bij hoe lang je normaal doucht.
  • Zet de wekker of timer voortaan op 5 minuten.
  • Stap onder de douche vandaan als je tijd voorbij is.

Douche je graag met een muziekje? Kies een nummer dat zo’n 5 minuten duurt.

Waar koop je een douchecoach?

In de winkel of via internet. Er zijn simpele zandlopers en vrolijke timers in de vorm van een kikker of badeendje. Ze kosten een paar euro.

Meer tips op Korter douchen.

2. Gebruik een spaardouchekop

Een waterbesparende douchekop laat 7 liter water per minuut door, een gewone douchekop 10 liter of meer. Wil je checken wat voor douchekop jij hebt?

  • Pak een stopwatch (bijvoorbeeld die op je telefoon) en een emmer van 10 liter.
  • Zet de douche aan en wacht tot het water op douchetemperatuur is.
  • Zet de emmer onder de douche en de stopwatch aan.
  • Druk na 1 minuut op stop.
  • Zit er 7 liter water in de emmer? Dan heb je een waterbesparende douchekop. Is de emmer vol of overstroomd? Dan heb je géén spaardouche.

Waar koop je een waterbesparende douchekop?

Bij de bouwmarkt of via internet. Kijk of één van deze dingen op de doos staat: KIWA-keurmerk Laag Verbruik, of Eco-option. Bij douchekoppen met Eco-option krijg je er vaak een extra ringetje bij dat je tussen de slang en douchekop kunt doen: daarmee bespaar je water. Kijk in de gebruiksaanwijzing hoe het precies werkt. Lees meer tips voor de waterbesparende douchekop.

Keukengeiser? Neem geen waterbesparende douchekop

Komt jouw warme douchewater van een keukengeiser? Neem dan geen spaardouchekop: de geiser slaat dan niet meer aan omdat je te weinig warm water vraagt.

Lees meer op Besparen onder de douche.

3. Doe deuren in huis dicht

Door open deuren verdwijnt veel warmte naar plekken waar je niet bent, zoals de gang, het trapgat en de bovenverdieping. Met een deurveer of deurdranger gaat een deur vanzelf dicht. Zo houd je de warmte in de kamer waar jij bent. Begin met de deur tussen de woonkamer en de gang (of hal) en met deuren die vaak open blijven staan.

Waar koop je een deurveer of deurdranger?

Bij de bouwmarkt. Een deurveer koop je al voor 5 euro, voor een deurdranger ben je tussen de 20 en 50 euro kwijt.

Lees meer op Bespaartips verwarming.

Vind een energiehulp in jouw buurt

Bekijk het overzicht Wil je energie gaan besparen, maar weet je niet goed hoe? Wil je persoonlijk advies of praktische hulp? Vraag het aan een energiehulp!

4. Thermostaat op maximaal 19 graden

Als je thuis bezig bent, is 19 graden vaak warm genoeg. Krijg je het met 19 graden koud als je op de bank zit? Leg een dekentje over je heen, of gebruik een klein elektrisch dekentje om op te zitten. Zo heb je het ook op de bank lekker warm, en hoef je de thermostaat niet hoger te zetten.

Handig: klokthermostaat voor de woonkamer

Met een klokthermostaat kun de verwarming in de woonkamer programmeren: je stelt in wanneer hij aan- en uitgaat. Je hoeft dan nergens meer aan te denken, behalve als je iets anders doet dan normaal: dan zet je de thermostaat met de hand hoger of lager.

Helemaal handig is een slimme thermostaat: die merkt het bijvoorbeeld als er een tijdje niemand in de kamer is en zet de verwarming dan automatisch laag.

Thermostaatknoppen voor andere kamers

Met een thermostaatknop op de radiator kun je de temperatuur per kamer regelen. Dat is bijvoorbeeld handig voor een dichte keuken, badkamer, werkkamer en slaapkamer. De knop heeft een aantal standen van 0 tot 5. Hij komt in de plaats van de standaardknop die alleen open en dicht kan, en kost zo’n 5 euro meer. Maar dat verdien je snel terug doordat je gas bespaart.

Lees meer op Bespaartips verwarming.

5. 's Nachts verwarming laag

’s Nachts kun je de thermostaat op 15 graden zetten: dat is zuiniger dan de woonkamer de hele nacht warm houden. Heb je vloerverwarming? Zet de thermostaat dan op 17 of 18 graden (anders duurt het opwarmen erg lang).

Klokthermostaat instellen

  • Ga je meestal rond dezelfde tijd naar bed? Programmeer de thermostaat zo dat de verwarming een uur voor je gaat slapen uitgaat en een kwartier voor je opstaat weer aanslaat.
  • Je kunt per dag andere tijden instellen (bijvoorbeeld voor het weekend).
  • Ga je een keer vroeg naar bed? Zet de verwarming dan met de hand lager.
  • Heb je geen klokthermostaat of wisselt het hoe laat je naar bed gaat?
    • Zet een herinnering (met alarm) in je telefoon.
    • Plak een briefje op de slaapkamerdeur met 'verwarming lager'.

Lees meer op Bespaartips verwarming.

6. Draai ledlampen in

Ledlampen gebruiken 85% minder stroom dan gloeilampen en 75% minder dan halogeenlampen. Wacht niet tot een gloeilamp of halogeenlamp kapot is, maar vervang ze meteen.

  • Vervang eerst de lampen die je het vaakst aan hebt en de meeste Watt hebben. Vaak zijn dat de lampen in de keuken, woonkamer en badkamer.
  • Een ledlamp is wel duurder, maar gaat ook 15 keer langer mee dan een gloeilamp. Je moet de prijs van 1 ledlamp dus vergelijken met die van 15 gloeilampen. En een ledlamp gebruikt bovendien veel minder stroom: je verdient hem dus terug.

Waar koop je ledlampen?

Bij de supermarkt, bouwmarkt en winkels als Blokker, Hema en Ikea. Minder gangbare lampen (bijvoorbeeld spotjes) kun je vaak via internet bestellen.

Waar moet je op letten?

Een gloeilamp koop je bij wijze van spreken met je ogen dicht, bij een ledlamp moet je op een paar dingen letten: de fitting, lichtkleur (Kelvin), lichtopbrengst (lumen), dimbaarheid en aantal branduren. Op de verpakking staat vaak wel een vergelijking met een gloeilamp.

Met onze led-keuzehulp vind jij snel de juiste ledlamp.

7. Was op 30 of 40 graden

Was niet heter dan op 30 of 40 graden: bijna alle was wordt bij deze temperaturen schoon. En wacht met wassen tot je een trommel vol hebt: de machine hoeft dan minder vaak te draaien. Hoe zorg je dat de wasmachine goed vol zit?

  • Kijk in de gebruiksaanwijzing hoeveel kilo er in de trommel mag (vaak is dat 6 of 7 kilo).
  • Weeg de lege wasmand. Slimmigheidje: ga met wasmand en al op de weegschaal staan. Onthoud het gewicht of schrijf het op.
  • Doe de vieze was in de wasmand en weeg nog een keer. Is het verschil met de vorige stap 6 of 7 kilo, dan kun je gaan wassen.
  • Meestal kan er meer in de machine dan je denkt: proppen mag!

Soms op 60 graden wassen

  • Was lakens en handdoeken af en toe op 60 graden: daarmee was je meteen alle bacteriën en vetresten die in de trommel zijn achtergebleven weg. Vuistregel: draai eens per 20 keer een was op 60 graden.
  • Vaatdoekjes en babykleertjes kun je het beste altijd op 60 graden wassen.
  • 60 graden is ook nodig als je een besmettelijke ziekte hebt of allergisch bent voor huisstofmijt.

Lees meer tips voor zuinig wassen.

8. Hang je was op

De wasdroger slurpt energie: hang de was dus zo vaak mogelijk aan de lijn of op een rek te drogen.

  • Weinig ruimte? Koop een rek dat in het trapgat past.
  • Voor kleine dingen als sokken en ondergoed is een rek dat je aan de verwarming kunt hangen handig.
  • Mooi weer? Hang de was buiten op.
  • Binnen drogen? Zet een raampje of luchtrooster open zodat het vocht weg kan.

Lees meer op Wasdroger.

9. Vaatwasser op ecostand

De vaatwasser wast prima schoon op het eco-programma: daar is hij op getest.

  • Kies het eco-programma of zet de temperatuur op 50-55 graden. Veel moderne vaatwassers onthouden je keuze na een paar keer.
  • Geheugensteuntje nodig? Plak een sticker bij de eco-stand of lage temperatuur.
  • Etensresten kun je met de hand of een papiertje wegvegen. De vaat voorspoelen is niet nodig.
  • Zet de machine pas aan als hij echt vol is: dat scheelt een hoop afwasbeurten per jaar.

Lees meer op Vaatwasser.

10. Tweede koelkast weg

Tweede koelkasten zijn meestal oudjes die stroom slurpen. En als er bijna niks in staat, ben je vooral lucht aan het koel houden: zonde.

  • Gebruik je de tweede koelkast omdat de eerste te klein is? Koop dan liever 1 grote, zuinige koelkast waar alles in kan.
  • Gebruik je de tweede koelkast vooral voor feestjes (als bierkoelkast)? Zet hem dan alleen aan als je een feestje hebt en trek de stekker er daarna weer uit.

Lees meer op Koelkasten en vriezers.

11. Plak radiatorfolie

Radiatorfolie plak je achter radiatoren die tegen een buitenmuur staan. Zo gaat de warmte de kamer in en niet in de muur.

Wanneer en hoe?

  • Als jouw huis vóór 1992 is gebouwd en geen spouwmuurisolatie heeft.
  • Je plakt het tegen de achterkant van je radiator óf op de muur pal achter de radiator.
  • Plak je het op de radiator? Knip de folie precies op maat van de radiator.
  • Maak een paar wasknijpers vast aan de onderkant van de folie als je hem op wilt hangen; dan blijft die vanzelf strak naar beneden hangen. Je plakt de folie met tape of magneetjes op de radiator.
  • Plak je folie op de muur? Knip hem dan 10 cm minder hoog en breed dan de radiator is, dan zie je de folie niet.

Lees meer op Bespaartips verwarming.

12. Inzicht in je verbruik

Meten is weten! Er zijn allerlei apps en apparaatjes waarmee jij je gas- en stroomverbruik in de gaten kunt houden. Sommige zijn gratis, andere moet je kopen. Vaak kun je er tussenstekkers bij kopen waarmee je precies kunt meten hoeveel stroom een apparaat verbruikt. Zo zie je meteen of jouw koelkast energie slurpt en welk apparaat in standby toch veel stroom verbruikt.

Milieu Centraal heeft alle energieverbruiksmanagers op een rij gezet op www.energieverbruiksmanagers.nl.