Warmtenet zonder aardgas

Subsidie aansluiting warmtenet

Komt er in jouw wijk een warmtenet? Check of je subsidie kunt krijgen voor de kosten van de aansluiting. Check de subsidie
Met een warmtenet kun je huizen in een wijk verwarmen. Een cv-ketel op gas in elk huis is dan niet meer nodig. De verwachtingen voor warmtenetten zijn hoog: in 2030 zou een kwart van de wijken een warmtenet kunnen hebben. Maar wat is een warmtenet eigenlijk? Wanneer is dit duurzaam? En waar krijg je als bewoner allemaal mee te maken?
Infographic over warmtenet. Een warmtenet houdt warmte uit restwarmte van industrie en afvalverbranding, biomassa en geothermie.
Vergroot afbeelding

Een warmtenet heet ook wel stadsverwarming of blokverwarming. Het is eigenlijk een heel grote cv-installatie. Ergens in de omgeving staat een centrale warmtebron, met dezelfde functie als je cv-installatie in huis: die warmt water op. Via buizen stroomt warm water naar de huizen. In elk huis staat een kleine installatie (ook wel de afleverset genoemd). Die bevat een warmtewisselaar en verdeelt de warmte over je verwarming en warm water. Afgekoeld water loopt weer terug naar de centrale bron. En die warmt het weer op.

Zo’n 6 procent van de Nederlandse woningen is aangesloten op zo’n warmtenet. Warmtenetten zijn alleen duurzaam en goed voor het klimaat als ze gebruik maken van duurzame bronnen (bijvoorbeeld aardwarmte).

5 weetjes over warmtenetten

  1. 01

    Waarschijnlijk komen er vooral warmtenetten in wijken waar de huizen dicht op elkaar staan.

  2. 02

    Een warmtenet zorgt gemiddeld voor 60 procent minder CO2-uitstoot dan cv-ketels op aardgas.

  3. 03

    Via een kleine installatie (een warmtewisselaar) sluit het warmtenet aan op je woning. Meestal hoeft er niets te veranderen aan de radiatoren of vloerverwarming.

  4. 04

    In huis regel je de temperatuur zoals je gewend bent: met een thermostaat in de huiskamer en knoppen op je radiatoren.

  5. 05

    Warmtenet of niet: het isoleren van je huis is altijd een goed idee.

Warmtenetten: nodig voor aardgasvrij

Om klimaatverandering tegen te gaan, gaat Nederland aardgasvrij wonen. Hoe? De drie belangrijkste alternatieven zijn elektrische warmtepompen, groengas en warmtenetten.

Al die duurzame bronnen zijn nodig om de energietransitie tot een succes te maken. Er is nu nog niet genoeg duurzame stroom om ieder huis van een warmtepomp te voorzien.

Hoe duurzaam zijn warmtenetten?

Gemiddeld veroorzaken warmtenetten in Nederland 60 procent minder broeikasgassen. Een deel van de huidige warmtenetten haalt nog warmte uit de verbranding van aardgas. Deze kunnen wel in één klap duurzaam worden door over te stappen op een duurzame bron. Een warmtenet met een duurzame warmtebron verlaagt de uitstoot van broeikasgas CO2, ten opzichte van een situatie waarin elke woning apart een cv-ketel op aardgas heeft.

Hoe duurzaam een warmtenet is, hangt van een aantal dingen af:

  • de warmtebron: is dat restwarmte, biomassa, aardwarmte of aardgas?
  • de hulp-warmtebron die eventueel bijspringt op heel koude dagen.
  • hoe groen de stroom is voor alle elektrische pompen.
  • het warmteverlies tussen de warmtebron en de huizen; dit hangt onder meer af van de aanvoertemperatuur en isolatie van de leidingen.

Duurzame warmtebronnen

Dit zijn voorbeelden van duurzame warmtebronnen.

Aanvoertemperatuur: van hoog tot zeer laag

Er zijn verschillende warmtenetten. Ze worden onder andere ingedeeld op de temperatuur van het water dat ze leveren. Hoe lager de temperatuur van het aangevoerde water is, hoe beter de isolatie van je woning moet zijn.

  • HT-net: hoge-temperatuurwarmtenet (meer dan 75 graden)
  • MT-net: midden-temperatuurwarmtenet (55 tot 75 graden)
  • LT-net: lage-temperatuurwarmtenet van (30 tot 55 graden)
  • ZLT-net: zeer-lage-temperatuurwarmtenet (10 tot 30 graden)

Benieuwd of jouw huis klaar is voor lage-temperatuurverwarming? Check de Verwarmingstest. Weten hoe je je huis klaar kunt maken voor een lage temperatuur warmtenet? Bekijk het stappenplan aardgasvrij wonen.

HT-net: hoge temperatuur

Een hoge-temperatuurnet (HT-net) levert water van meer dan 75 graden. Daardoor kan elk, ook slecht geïsoleerd, huis verwarmen. De hoge temperatuur is vergelijkbaar met die van een (oudere) cv-ketel. In slecht geïsoleerde huizen gaat vervolgens wel veel warmte verloren. HT-warmtenetten hebben nog vaak fossiele bronnen maar kunnen ook restwarmte, aardwarmte of warmte uit afvalverbrandingsinstallaties gebruiken.

MT-net: midden temperatuur

Een midden-temperatuurwarmtenet (MT-net) geeft verwarmingswater van 55 tot 75 graden. Dat beperkt het energieverlies van warmtenetten. Je huis is geschikt als je isolatie goed is. Maar het hoeft dus niet heel goed geïsoleerd te zijn.

ZLT- en LT-net: (zeer) lage temperatuur

In nieuwe wijken zijn woningen standaard zo goed geïsoleerd dat ze geschikt zijn voor een (zeer-)lage-temperatuurwarmtenet, (ZLT- of LT-net). Verwarmingswater van zeer lage temperatuur is voor deze woningen voldoende, omdat ze nauwelijks warmte verliezen. Je hoeft bijvoorbeeld geen ramen open te zetten voor frisse lucht, omdat efficiënte ventilatie is ingebouwd. Ook wijken die een grondige renovatie krijgen, zijn hiervoor geschikt te maken. Bij deze lage temperaturen gaat maar weinig warmte verloren via de leidingen tussen het warmtenet en de huizen. Bovendien zijn meerdere bronnen geschikt voor (Z)LT-netten, zoals aquathermie, bodemwarmte, of restwarmte van een lagere temperatuur.

(Z)LT-net: naverwarmer nodig voor warm water

Voor warm water in je keuken en badkamer heb je bij een (Z)LT-net een naverwarmer nodig. Bijvoorbeeld een booster-warmtepomp, dat is een kleine warmtepomp die je kraanwater extra opwarmt. Om besmetting met Legionella te voorkomen, moet het kraanwater in een boiler wel minstens 55 graden warm blijven; of je moet deze eens per week opstoken tot 60 graden. In huizen met minder goede isolatie die toch zijn aangesloten op een (Z)LT-net, kan een individuele warmtepomp naverwarmen voor zowel de verwarming als warm kraanwater.

Verder: als je verwarmingswater van (zeer) lage temperatuur is, heb je wel radiatoren nodig die ondanks de lage temperatuur je huis goed verwarmen. Misschien is dus een aanpassing nodig. Meer daarover op Lage temperatuur verwarming.

  • Ga je de badkamer verbouwen? Laat dan een douche-wtw inbouwen in de afvoerpijp of vloer van de douche. Daarmee bespaar je tot 50 procent op de hoeveelheid warmte die nodig is voor een warme douche. De warmtewisselaar haalt namelijk de warmte uit het wegstromende warme water en gebruikt die om het koude water alvast voor te verwarmen. 

    Benieuwd hoe het werkt en hoeveel je ermee kan besparen? Kijk op Douche-wtw.

Wat kost een warmtenetaansluiting?

Voor een gasaansluiting kun je kiezen uit verschillende aanbieders. Bij warmtenetten is dat niet zo: elk warmtenet heeft één eigenaar en die biedt de warmte aan. Om je te beschermen tegen het monopolie van de aanbieder, gelden er afspraken over de warmtetarieven. Die volgen uit de Warmtewet.

Het uitgangspunt is dat de kosten van warmte voor een woning niet hoger mogen zijn, dan de kosten die je zou hebben als die woning een hr-ketel op gas zou hebben. Mede daarom is de prijs van warmte gekoppeld aan de aardgasprijs. Daarnaast mogen warmtebedrijven niet onbeperkt winst maken: er geldt een maximaal rendement.

Over de kosten voor warmte bestaat inmiddels veel discussie. Er is een nieuwe wet in de maak, de Wet Collectieve Warmtevoorzieningen. Die gaat waarschijnlijk vanaf 2024 in. Vanaf dan wordt onder andere de koppeling met de gasprijs losgelaten en gelden er CO2-prestatienormen.

Vergelijken: méér dan gasprijs versus warmte

Overigens: er komt best wat kijken bij het vergelijken van de kosten voor gas versus warmte. Behalve de prijs voor het gas of de warmte zelf, wegen namelijk ook andere kostenposten mee. Bij gas moet je bijvoorbeeld ook de kosten van een hr-ketel meenemen, het onderhoud daarvan, de energiebelasting en de vaste kosten voor gasaansluiting. Bij het warmtenet zijn er kosten voor de warmtewisselaar en de netwerkkosten. Op Autoriteit Consument & Markt vind je de maximumtarieven.

Overstappen op een warmtenet is meestal minder duur, dan individueel overstappen op een warmtepomp.

Waarom niet meer aanbieders, net als bij gas?

Er zijn wel ideeën over zogeheten 'open warmtenetten'. Dan ontstaat een situatie vergelijkbaar met die van gas en stroom. Een onafhankelijke beheerder zorgt dan voor het warmtenetwerk zelf. En meerdere leveranciers van warmte kopen en verkopen de warmte op de markt. Dan heb je als bewoner wat te kiezen.

In regio’s met veel warmte-aanbieders en een groot warmtenet (vele duizenden klanten), kan zo’n open warmtenet haalbaar zijn. Voor kleine, wijkgebonden netten met maar een paar duizend aansluitingen is dat lastiger. Soms wordt een kleinschalig warmtenet aangelegd met de intentie om het later te koppelen aan andere warmtenetten, zodat er wel een groot warmtenet ontstaat.

Wat verandert er in en om huis?

Graafwerk

Voor het aanleggen van een warmtenet is graafwerk in je straat nodig, en ook voor de aansluiting van het warmtenet op je woning. Dit geldt overigens ook voor verzwaring van het elektriciteitsnet; dit is nodig als huizen individueel overstappen op volledig elektrische warmtepompen.

Gasaansluiting verwijderen

De gasaansluiting is niet meer nodig, de gasmeter kan uit de meterkast.

Plaatsing warmtewisselaar

In je huis komt in je meterkast een warmtewisselaar ('afleverset'). Deze haalt warmte uit het warmtenet en geeft die door aan de cv-leidingen in je huis; het water van het warmtenet stroomt dus niet door je radiatoren. De warmtewisselaar is ongeveer 60 centimeter hoog, 40 centimeter breed en 20 centimeter diep. Op de warmtewisselaar zit een warmtemeter, die jouw energieverbruik bijhoudt.

Aansluiting warmtewisselaar

De warmte die uit de warmtewisselaar komt, moet van de meterkast naar de plek waar nu je cv-ketel hangt. Daar zit het beginpunt van je cv-leidingen, die de warmte door het huis verdelen. In veel huizen hangt de cv-ketel nu op zolder. Dat betekent dat er een leiding in huis wordt aangelegd.

Elektrisch koken

Omdat je gasaansluiting verdwijnt, ga je op koken op elektriciteit. Een inductiekookplaat is de meest zuinige elektrische keuze, en heeft ook andere voordelen. Er zijn misschien wel wat extra aanpassingen voor nodig, bijvoorbeeld een zwaardere aansluiting op het elektriciteitsnet en/of een extra groep in de meterkast.

Isolatie en ventilatie

Hoe lager de temperatuur van het warmtenet, des te belangrijker is goede isolatie van je huis (zie hierboven, bij Aanvoertemperatuur). Als je isolatie en ventilatie niet op orde zijn, moet je hiermee aan de slag.

Radiatoren vervangen?

De Verwarmingstest gaat na of je huis geschikt is voor lage-temperatuurverwarming. Soms is er een (extra) lage-temperatuurradiator en/of vloerverwarming nodig.

Warm water voor verwarming

Levert een warmtenet water van lage temperatuur aan? En is je huis onvoldoende geïsoleerd? Dan is soms een warmtepomp nodig voor verwarming. Zo'n combinatie van warmtenet met warmtepomp efficiënter en energiezuiniger, dan alleen een warmtepomp die warmte haalt uit de buitenlucht. Je verwarmt namelijk vooral in de winter: dan is het water uit het warmtenet (veel) warmer dan de buitenlucht.

Warm kraanwater

Bij een warmtenet met lage temperatuur (minder dan 55 graden) is er een extra verwarmer voor warm water nodig, om besmetting met legionella te voorkomen. Het warme water moet regelmatig tot 60 graden worden verwarmd. Dat kan met een booster-warmtepomp, een kleine warmtepomp die kraanwater verwarmt;  eventueel in combinatie met een elektrische na-verwarmer in de boiler. Een doorstroomverwarmer (elektrische geiser) kan ook.

Temperatuurregeling verandert niet

De regeling van de temperatuur in huis gaat zoals je gewend bent: met een thermostaat in de woonkamer en radiatorkranen.

Aansluiting op warmtenet

Op dit moment hebben nog niet veel wijken een warmtenet. Dat gaat waarschijnlijk wel veranderen, vanwege het plan om te wonen zonder aardgas.

In 2021 hebben gemeenten voor elke wijk in hun gemeente een plan gemaakt voor een warmtevoorziening zonder aardgas. Dit heet de Transitievisie Warmte. Daarin staat welke keuzes de gemeente maakt, bijvoorbeeld volledig elektrisch met warmtepompen, een warmtenet of bijvoorbeeld groengas.

Als het goed is informeert je gemeente je hierover. Je kunt de Transitievisie Warmte vinden op de website van je gemeente, of de visie opvragen.

Is een aansluiting verplicht?

Eigenaren van bestaande woningen

De Warmtewet kent geen plicht voor eigenaren van bestaande woningen om aan te sluiten op het warmtenet. Ook niet als je gaat verbouwen of ingrijpend renoveren. Het is wel een slimme en efficiënte keuze om van het gas af te gaan en aan te sluiten op een warmtenet, dit is goedkoper dan een warmtepomp.

Eigenaren van nieuwbouw

Huizen in nieuwbouwprojecten kunnen wél verplicht worden aangesloten op een warmtenet. De aansluitplicht voor aardgas is intussen vervallen.

Huurders

Huurders van woningen hebben te maken met de keuze van hun woningcorporatie. De corporatie is verantwoordelijk voor de installatie van verwarming en warm water, niet de huurders zelf.

De woningcorporatie moet nieuwe plannen schriftelijk voorstellen aan de huurders. Als 70 procent van de huurders het met de plannen eens is, mogen ze doorgaan. Anders moet de verhuurder een ander voorstel doen.