Hoe schaadt kleding het milieu?

Mijn Stijl ID

Gratis online training Ontdekken welke kledingstijl écht bij jou past? Doe de gratis online training Mijn Stijl iD. Meld je meteen aan
Je kunt steeds meer kleren kopen tegen een lage prijs. Maar daar betaalt het milieu dan weer een hoge prijs voor. Het massale, razendsnelle maken, gebruiken en weggooien van kleding leidt bijvoorbeeld tot CO2-uitstoot, meer microplastics en vervuiling van grond en water. Ontdek meer over deze milieu-impact én hoe het anders kan.

Er wordt elk jaar heel veel nieuwe kleding gemaakt. Dat heeft gevolgen voor het milieu, maar welke precies? Hoeveel CO2-uitstoot komt er vrij bij het maken van een kledingstuk? En op welke andere manieren schaadt jouw spijkerbroek het milieu? De antwoorden op deze en andere vragen vind je op deze pagina.

Impact van kleding

De kledingindustrie groeit . Er zijn namelijk steeds meer mensen op de wereld, het gemiddelde inkomen stijgt, en we gooien steeds vaker kleding weg. In Nederland komen er per jaar bijna 1 miljard kledingstukken bij. De gemiddelde Nederlander koopt 50 nieuwe kledingstukken per jaar. En dat terwijl ongeveer 4% van de wereldwijde uitstoot te danken is aan de kleding- en schoenindustrie. 

In 2019 werd er in de wereld 111 miljoen ton aan textiel gemaakt. Voor 2030 wordt dit geschat op zo’n 140 miljoen ton.

In 2018 werd circa 4 procent van de uitstoot van broeikasgassen in de wereld (2,1 Gton CO2eq) direct en indirect veroorzaakt door de mondiale kleding- en schoenenconsumptie. Lees meer over het broeikaseffect.

Wist je dat... Je ongeveer 40 kg CO2 per jaar kan besparen door 6 kledingstukken minder te kopen? Als iedere Nederlander dat zou doen scheelt het net zoveel CO2-uitstoot in een jaar als 80.000 keer met de auto rond de wereld!

Bij het maken van kleding komen een hoop broeikasgassen vrij. Dat is niet de enige manier waarop jouw T-shirt het milieu belast. Katoen, bijvoorbeeld, heeft een hoop water, landbouwgrond en giftige bestrijdingsmiddelen nodig. Bovendien krijgt een broek geen mooi kleurtje en een jas geen zacht leer zonder chemicaliën die slecht zijn voor de natuur. Al deze kleding is vervuilend om te maken, en schaadt het milieu ook nadat je het hebt weggegooid.

Wist je dat... De gemiddelde Nederlander per jaar zo’n 50 nieuwe kledingstukken koopt?

Wat is de milieuschade per kledingstuk?

Het liefst wil je natuurlijk precies weten hoeveel milieuschade elk kledingstuk veroorzaakt. De grootste milieubelasting komt van het maken van het kledingstuk, maar het is lastig te zeggen welk materiaal het beste is voor het milieu. De ene stof heeft bijvoorbeeld een lagere CO2-voetafdruk, maar heeft ook meer water nodig voor de teelt van de grondstoffen. En als je een kledingstuk eenmaal hebt gekocht, maakt het ook nog uit hoe goed je ervoor zorgt: hoe langer je met kleding doet en hoe minder je het vervangt door iets nieuws, hoe minder je het milieu belast. Zelfs met de manier waarop je kleding wegdoet kan je het milieu meer of minder belasten.

Hoe krijg je duurzame kleren?

10 tips op een rij Volg deze 10 kledingtips voor slimmer kopen, langer gebruiken en beter wegdoen 10 tips voor duurzamere kleren

7 x schade door kledingproductie

Voor kleren zijn grondstoffen nodig. Denk aan katoen en wol, dat je krijgt door katoenplanten te verbouwen of schapen te houden. Synthetische stoffen, zoals polyester en nylon, worden gemaakt van aardolie. Van zulk basismateriaal maken kledingmakers vezels, die ze verwerken tot draden en stoffen, zodat er vervolgens kledingstukken van genaaid kunnen worden. Elk materiaal vereist een andere manier van verbouwen of produceren en wordt op verschillende manieren bewerkt, bijvoorbeeld door het te verven of het waterafstotend te maken. Daardoor is ook de milieubelasting per materiaal verschillend. Hieronder lees je 7 manieren waarop kledingproductie het milieu beschadigt.

1. Klimaatverandering

Voor de productie van kledingstoffen is energie nodig. Veel energie. Bijvoorbeeld om gewassen te verbouwen of stallen te verwarmen. Maar ook om olie voor synthetische vezels te winnen. En om stoffen te maken in de fabriek. Die energie komt vaak uit fossiele brandstoffen, zoals olie, kolen en gas. Bij de verbranding van deze brandstoffen komt CO2 vrij. Schapen laten bovendien massaal winden en boeren vol methaan. Dat zijn allemaal broeikasgassen: gassen die de aarde opwarmen en het klimaat veranderen. Kleding (inclusief schoenen) veroorzaakte in 2018 ongeveer 4% van de wereldwijde uitstoot van.

Broeikasgassen zoals CO2 komen van nature voor in de atmosfeer en zorgen ervoor dat de warmte van de zon wordt vastgehouden. De laatste 250 jaar zijn er veel meer broeikasgassen in de atmosfeer gekomen. Die houden extra warmte vast, waardoor sinds 140 jaar de temperatuur stijgt. Lees meer over het (versterkte) broeikaseffect.

2. Landgebruik

Voor de productie van kleding is grond nodig, bijvoorbeeld om materiaal als katoen en bamboe te verbouwen. Hiervoor leggen producenten grote plantages, productiebossen en kwekerijen aan. Ook voor wol is vaak een flink grondoppervlak nodig: schapen moeten weidegrond hebben om te kunnen grazen. schapen grazen op dijken of in natuurgebieden. Alleen de productie van synthetische en gerecyclede stoffen neemt weinig land in beslag. De grond waar de fabriek op staat, is daarvoor genoeg.

Niet alle schapen belasten het milieu even sterk. Neem bijvoorbeeld schapen die grazen in uitgestrekte, onvruchtbare weidegebieden. Zij belasten het natuurlijke ecosysteem veel minder dan schapen in een intensief veeteeltsysteem die gehouden worden op vruchtbare grond.

3. Waterstress

Voor de productie van kleding is water nodig. Bijvoorbeeld om gewassen te verbouwen, zoals bamboe en katoen. De katoenteelt vereist zelfs heel veel water, terwijl katoenplantages vaak juist in gebieden liggen waar het weinig regent. Ook bij de productie van viscose is veel water nodig, voornamelijk om de afvalstoffen die vrijkomen te verdunnen. Daarnaast is er veel water nodig voor het maken van stoffen uit vezels, of die vezels nu natuurlijk of synthetisch zijn. In droge gebieden neemt kledingproductie soms zoveel water in beslag dat er niet genoeg schoon drinkwater overblijft voor de bevolking. Als watergebruik leidt tot dit soort watertekorten, noem je dat 'waterstress'. 

Wist je dat... Kledingproductie soms zoveel water vereist dat er voor de lokale bevolking niet genoeg overblijft om te drinken?

4. Afname fossiele brandstoffen

Om kleding te maken zijn fossiele nodig. Synthetische kledingvezels worden bijvoorbeeld gemaakt uit aardolie. Ook kunstmest – vaak gebruikt bij de teelt van niet-biologische gewassen – wordt vaak geproduceerd uit fossiele grondstoffen. Bovendien wordt energie nog vaak opgewekt uit fossiele brandstoffen. Energie die nodig is voor het bewerken en vervoeren van kleding draagt dus ook bij aan het probleem. Er zijn veel redenen om fossiele grondstoffen in de grond te laten. Bijvoorbeeld omdat ze in hoog tempo opraken en het delven en gebruik ervan het milieu belast.

Fossiele brandstoffen bevatten koolstof die miljoenen jaren geleden door planten is vastgelegd. Doordat we aardolie, aardgas en kolen nu gebruiken als brandstof komt de koolstof vrij in de atmosfeer als een flinke hoeveelheid extra CO2. De fossiele brandstoffen zijn verantwoordelijk voor de uitstoot van broeikasgassen, en bovendien veroorzaken ze de nodige vervuiling. Lees meer over klimaatverandering

5. Plastic vervuiling

Bij het produceren, dragen, wassen en drogen van synthetische kleren komen kleine plastic vezels vrij. Vooral fleece geeft veel van dit soort microplasticvezels af. Die vezels kunnen vervolgens in de lucht, bodem, zoete en zoute wateren belanden. Dat is een probleem, want kleine plastic deeltjes zijn niet biologisch afbreekbaar. In het zeewater zorgen ze voor ernstige vervuiling: de zogenaamde plasticsoep. Omdat de oceanen ons zuurstof en een voedsel brengen, kan dat grote gevolgen hebben voor de mens.

Wist je dat... Microplasticvezels uit kleren voor vervuiling van onder meer zee, lucht, bodem en zoet water zorgen?

6. Chemische middelen

Bij het bewerken van sommige materialen zetten producenten chemische middelen in, zoals oplosmiddel (viscose en verven) of chroom (leerlooien). Als deze giftige stoffen weglekken kan dat leiden tot grote schade aan het milieu. Daarnaast gebruiken producenten bij het verbouwen van basismateriaal als katoen vaak bestrijdings. Overmatig gebruik van bestrijdingsmiddelen kan flinke schade toebrengen aan ecosystemen. Naast schadelijkheid voor het milieu kunnen chemicaliën ook heel schadelijk zijn voor werknemers en de lokale bevolking.

Deze bestrijdingsmiddelen kunnen kunstmatig of biologisch zijn. Vooral in de niet-biologische katoenteelt worden veel kunstmatige bestrijdingsmiddelen gebruikt. Kunstmatig of niet; het doel is planten en bomen beschermen tegen ziekten, plagen en onkruid.

Wist je dat... Voor kledingproductie vaak chemische stoffen nodig zijn? Wanneer die weglekken, leidt dat tot grote milieuschade.

7. Mensen- en dierenleed

Wereldwijd werken miljoenen mensen in de kledingproductie. Werken zij in veilige en gezonde omstandigheden, met genoeg salaris? Bij sommige merken en kleren is het antwoord 'nee'. Dat is iets om rekening mee te houden als je een eerlijke kledingkeuze wilt maken. Hetzelfde geldt voor dierenleed. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen bij het maken van wol en leer. Maar indirect ook door andere productieprocessen. Klimaatverandering, landgebruik, waterstress, plasticsoep en giftige middelen tasten de gezondheid en leefgebieden van dieren enorm aan.

Keurmerkenwijzer

Check het plaatje De Keurmerkenwijzer vertelt je wat een keurmerk op kleding zegt over mens, dier en milieu. Kledingkeurmerken